Ach, wat was het mooi. In Amstelveen, bij het winkelcentrum, op weg naar mijn auto, ben ik blijven staan om ernaar te kijken, minutenlang. (Gelukkig maar, want anders was het secondelang geweest, en dat woord, in de nieuwe spelling zonder tussen‑n, vind ik nog steeds te debiel voor woorden.)
Een meisje van een jaar of vijf liep hand in hand met haar oma op het plein. Ineens zei ze vrolijk, “Kan jij dit?” Ze liet haar oma’s hand los en ging op één been staan. Deze oma wist van wanten, want hopla! ze ging ook op één been staan. Haar kleindochter glunderde.
“Kan jij dit?” En ze stond op haar andere been. En, jawel, dat kon oma ook. Terug naar het eerste been, en dan voorover leunen met de armen gespreid als een vliegtuig. “Kan jij dit?” Natuurlijk, dan kon oma ook. “Kan jij dit?” Benen wijd uit elkaar en met beide handen naar de hemel reiken. Grootmoeder volgde haar voorbeeld. En zo voort en zo door en zo meer. “Kan jij dit?”

Ik stond er vertederd, verwonderd naar de kijken. Vertederd, want het was ongelooflijk schattig en speels. En verwonderd, want – nou ja, hoe zeg je dat? Wat een power! Taalpower, welteverstaan. Die drie simpele woordjes, drie lettergrepen. Kan. Jij. Dit. Dat is alles wat nodig was voor een heel gesprek tussen kleindochter en grootmoeder. Meer dan een gesprek: een feest van communicatie waarin een uitwisseling gestalte kreeg die talig, non-verbaal, emotioneel, rationeel, zorgzaam, uitdagend, fysiek en geestelijk (én geestig!) was. En dat alles tegelijk.
Kan. Jij. Dit. Prachtig!
Nee, hoe anders is dat met dan andere zinnetje van drie woorden, drie lettergrepen. Ik geloof dat het nu weer wat minder wordt, maar de laatste weken werd je ermee doodgegooid. Die doorzichtige reclamecampagne waarin een zorgvuldig nonchalant geklede schoon-BN’er probeert het plebs ervan te overtuigen om over te stappen naar energiemaatschappij X.
Overal was dat zinnetje. “Ik zeg doen.” Van billboard tot tv-commercial. “Ik zeg doen.” Je krijgt bijna de neiging om iemand de nek om te willen draaien. “Ik zeg doen.” Brrr. Taalbraaksel is het.
Tegen de goede lieden die dat verzonnen hebben, zou ik willen zeggen: kijk eens naar dat meisje daar, op het plein. Dat is pas effectieve communicatie. En om het er nog even in te wrijven, zou ik ook zeggen: kan jij dat?