Je zult je niet snel vergissen in het gebruik van de woorden gemaakt en “gemaakd”, want dat laatste woord bestaat gewoon niet. Bij het zien van zo’n fout zegt je taalintuïtie meteen: hier klopt iets niet!
Maar bij verklaart en verklaard is dat anders. Die woorden bestaan namelijk allebei wél, en dan moet je de lagereschoolgrammatica erbij pakken op te weten welke de juiste keuze is.
Waar hebben we het over?
Je hebt een paar weken geleden al eens door de Taaleidoscoop kunnen kijken naar dit probleem toen we onze blik richtten op gebeurd en gebeurt. Ook hier geldt: reserveer wat extra aandacht voor de vervoeging van woorden die beginnen met ge-, be-, ver-, ont- en her-.
Betekenis en gebruik
- Verklaart is de tegenwoordige tijd (tweede of derde persoon) van verklaren.
- Verklaard is het voltooid deelwoord van verklaren.
Tip: omdat verklaard een voltooid deelwoord is, zul je het altijd samen aantreffen met een hulpwerkwoord: heeft verklaard, hadden verklaard, is verklaard, waren verklaard etc.
Wil je meer weten over hoe deze woorden uit het hele werkwoord gevormd worden en wat dat te maken heeft met een kofschip, kijk dan hier op deze site of bij Onze Taal en de Taalunie (hier en hier).
Voorbeelden
- De evolutietheorie verklaart de grote verscheidenheid aan levende organismen.
- Wat verklaart de implosie van de PvdA?
- De moordenaar heeft nooit verklaard waarom hij zijn misdaad pleegde.
- Het bedrijf waar ik werk is gisteren failliet verklaard.
Even opletten
Het woordbeeld van een term is de manier van schrijven, de verschijningsvorm. Als je het woorden paard ziet, gaat je brein niet netjes letter voor letter dat woord bij elkaar puzzelen. Voor je gevoel zie je “in één keer” dat er paard staat: je leest niet p‑a-a-r‑d. Maar als je ergens “paarh” ziet staan, zegt je taalgevoel direct dat er iets fout is. Dat woordbeeld heb je niet in je mentale bibliotheekje van bekende termen zitten.
In de voorbeeldzinnen hierboven zijn zowel verklaart als verklaard een bekend woordbeeld – en daarom is het zo makkelijk om ze door elkaar te halen. Ga maar na: je ziet direct welk voltooid deelwoord fout gespeld is bij paren zoals gekiept-gekiepd, geklemt-geklemd en gefaxd-gefaxt. Dat komt omdat er steeds maar een van die woordbeelden vertrouwd aanvoelt.
Weetje
Bij hele werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver- en her- is dat anders. Die krijgen in hun voltooid deelwoord niet een extra ge- ervoor die verklapt dat het om een voltooid deelwoord gaat.
Zo krijg je dan woordparen als geloofd-gelooft, bekent-bekend, verdeelt-verdeeld en hersteld-herstelt. Alle acht die woordbeelden bestaan, en alle acht woorden zijn correct – in de juiste context. Daarom moet je bij deze categorie werkwoorden altijd even extra opletten.