De taalterm van deze week, cynisme, is niet bepaald de meest sympathieke figuur. Als hij grappen maakt – en dat doet hij graag – moeten de meeste mensen daar niet om lachen.
Definitie
Het cynisme is een stijlfiguur die verwant is aan spot, maar dan opzettelijk wreed en krenkend in plaats van luchtig en grappig. Iemand die zich cynisch uitlaat, is schaamteloos ongevoelig.
Cynisme is als stijlvorm verwant aan ironie en sarcasme, twee andere vormen van spot. Ironie is de meest speelse van de drie, daar kan je samen om lachen. Sarcasme is bijtender en harder, daar kun je iemand mee beledigen of belachelijk maken. En cynisme is de hardste van de drie; daar draait het erom om opzettelijk iemand te kwetsen of kleineren, en het heet vaak te maken met een diepere negatieve kijk op het leven.
Voorbeelden
- Toen Marie vertelde dat haar bankrekening gehackt was, kon Fred een cynische lach niet onderdrukken.
- Nadat hij ontdekte dat hij het verkeerde been had afgezet, zei de chirug cynisch: “Nou, gelukkig kunnen we de tumor alsnog verwijderen door het andere been er ook af te halen.”
- Je hoeft met je privéproblemen niet bij Charles aan te komen: hij reageert vaak heel cynisch.
Etymologie
Dit woord is via het Franse cynisme in het Nederlands terechtgekomen, maar zijn wortels gaan helemaal terug naar het oude Griekenland, waar de Cynici een filosofosche stroming waren.
- kynikos (hondachtig), van kyôn (hond); waarschijnlijk oorspronkelijk als scheldwoord, omdat de Cynici de traditionele waarden van de Griekse cultuur verworpen
Weetje
Een van de bekendste Cynische filosofen, Diogenes (rond 300 v.Chr.), was zo wars van de maatschappelijke orde dat hij in een houten ton woonde en in het openbaar plaste, poepte en masturbeerde.