Coco

Er is een god, en hij is barmhar­tig. Of, zeg ik als recht­geaarde atheïst, er is op zijn minst een taal­god, en hij heeft gevoel voor humor.

Ik las onlangs een tekst waarin iemand werd aange­haald als zeggende, ik citeer: “Ik zat naar Nation­al Geo­graph­ic Chanel te kijken en dacht: dit is het.” Voor alle zek­er­heid, nog een keer: Nation­al Geo­graph­ic Chanel [sic].

National Geographic?
Nation­al Geographic?

Het is vast een sim­pele tik­fout; ik neem aan dat de schri­jver heus wel weet dat je het Engelse woord chan­nel met twee n’en schri­jft. Maar dat doet er niet toe, het bli­jft een prachtig toe­val. Want hoe groot is de kans dat als je per ongeluk een let­ter mid­den uit een woord wegrukt, er weer een lev­ens­vat­baar woord overbli­jft? En, nog sterk­er, hoe groot is de kans dat ­dat woord weer in fraaie ironie ver­bon­den is met de context?

Verder lezen Coco

Smakelijk eten

Het menselijk brein is een won­der­lijk ding. En de manier waarop wij taal ervaren al evenzeer…

Miss­chien was het dat ik van kleins af aan al Spaans gespro­ken heb, en mijn brein dus tot op zek­er hoogte “voorge­pro­gram­meerd” is. Miss­chien was het dat ik net de dag ervoor een Spaanse film gezien had. Miss­chien was het dat ik, na een peri­ode van ziek­te en lus­teloosheid, de smaak van het koken weer te pakken had. Hoe dan ook, toen ik in een flits rechts­boven op de kran­ten­pag­i­na dat woord zag staan, had ik er meteen zin in: ram­pe­cho.

Ik zag mezelf al hele­maal zit­ten, in een tapas­bar of zo. Glaas­je Iberische wijn erbij, en luchtig tegen de ober: “Doet u mij maar wat albóndi­gas, een beet­je gaz­pa­cho, een paar sneet­jes jamón ser­ra­no, en een por­tie ram­pe­cho.” Wat dat laat­ste was, daar had ik geen flauw idee van, maar het zou vast en zek­er lekker zijn.

Gazpacho met rampecho?
Gaz­pa­cho met pampecho?

Verder lezen Smake­lijk eten