Hoe het kan dat het me nog niet was opgevallen, weet ik niet. Er wordt immers genoeg geschreven over al die alleenstaande Nederlanders die driftig op het internet pogingen wagen om een maatje te vinden voor hun bed, hun vrije tijd, of zelfs hun leven. Online dating is razend populair.

Maar het werkwoord dat daarbij hoort, daten, verdient dezelfde lelijkheidsprijs als bijvoorbeeld uploaden en deleten. Kijk maar.
Het begint in de eerste persoon nog vrij onschuldig. Enkelvoud: Ik date geregeld online. (Spreek uit: “deet”.) Meervoud: Wij daten anders nooit online. (Spreek uit: “deten”.) Dat ziet er nog normaal uit.