De coronaepidemie die de wereld momenteel in zijn greep houdt verspreidt een ziekte. “Covid-19” staat immers voor coronavirus disease 2019. Maar de officiële naam van het onderliggende virus is “SARS-CoV‑2”. Dat staat voor severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 en verwijst dus naar een syndroom.
Is een ziekte iets anders dan een syndroom? Jazeker! We bekijken beide woorden door de Taaleidoscoop en ontdekken de verschillen!
Symptoom en oorzaak
Voor het gemak kijk ik alleen naar de situatie bij mensen, maar het onderscheid is in principe van toepassing op alle levende wezens. De simpele versie van het antwoord is dit.
- Bij een ziekte (disease) is er een verstoring van de normale werking van het lichaam, waarbij de oorzaak van deze verstoring bekend is.
- Bij een syndroom (syndrome) zijn er een of meer symptomen of klachten die duiden op een verstoring van de normale werking van het lichaam, maar is de oorzaak van die klachten is niet bekend.
Je ziet waar beide betekenissen overlappen: er is altijd sprake van een lichaam dat niet naar behoren functioneert. In het geval van een syndroom merk je dat wel aan de klachten van de patiënt, maar weet je niet precies wat die klachten veroorzaakt. En in het geval van een ziekte weet je juist wel wat de bron is van de problemen, los van de eventuele klachten.
Anders gezegd: de basis van de benaming “ziekte” zit hem in het identificeren van de oorzaak; de basis van de benaming “syndroom” zit hem in het identificeren van de symptomen.
Toch niet zo simpel
In de praktijk ligt het iets genuanceerder. Er zijn bijvoorbeeld aandoeningen waarvan de oorzaak eerst onbekend was en die toen een syndroom-naam kregen, en waarbij later de oorzaak wel degelijk achterhaald is zonder dat de naam daarop is aangepast.
Een voorbeeld is aids. Dit acquired immune deficiency syndrome stak begin jaren 1980 de kop op en werd eerst niet goed begrepen. De Engelse afkorting AIDS omschreef dan ook een geheel van onverklaarde symptomen dat artsen in eerste instantie vooral zagen bij homoseksuele mannen, en later ook in bredere kring. Vandaar de keuze voor het woord syndrome. Inmiddels is het wel bekend wat de oorzaak is: hiv, het human immunodeficiency virus. Aids is inmiddels een goed begrepen ziekte, maar heeft in zijn naam nog steeds het woord syndroom.
Een ander voorbeeld is het syndroom van Down. Deze aandoening werd al in 1838 herkend en beschreven door de Britse arts John Langdon Down – maar de genetische oorzaak ervan is pas meer dan 120 jaar later ontdekt, in 1959. Toch heet deze ziekte nog steeds het syndroom van Down.
Het omgekeerde is ook mogelijk. Als bijvoorbeeld na een reguliere check-up blijkt dat een patiënt kanker heeft zonder dat hij daarvan enige klachten had, dan is er dus wel degelijk sprake van een ziekte, maar (nog) niet van een syndroom. Er waren immers nog helemaal geen symptomen.
Er zijn zelfs aandoeningen waarbij beide benamingen in gebruik zijn. Zo heb ik zelf het syndroom van Cushing gehad, maar er is óók een ziekte van Cushing. De symptomen zijn identiek, maar de oorzaak is net even anders.
SARS, MERS en SARS 2.0
Een bekend syndroom dat tot ziekte is gepromoveerd is SARS. Maar dit is een bijzonder geval, want de naam “SARS” is later alsnog wéér gebruikt om een syndroom aan te duiden!
Het begon in de periode 2002–2004. Toen brak er in het zuiden van China een zeer besmettelijke infectie uit met symptomen van een extreme griep. Deze kreeg de naam SARS (severe acute respiratory syndrome of “ernstig acuut ademhalingssyndroom”). Al snel werd de oorzaak gevonden: een nieuw soort coronavirus dat van vleermuizen via de civetkat op mensen was overgesprongen en de naam SARS-coronavirus of SARS-CoV kreeg. Daarmee was het syndroom SARS dus de ziekte SARS geworden.
De volgende stap was in het Midden-Oosten in 2012–2013. Een soortgelijke uitbraak daar kreeg de naam MERS (Middle East respiratory syndrome) om hem te onderscheiden van de eerdere SARS-epidemie. De oorzaak was weer een nieuw coronavirus, maar eentje die behoort tot een andere subgroep dan het SARS-virus.
Schrik niet, maar zo ziet de familiestamboom eruit:

Dan door naar de periode 2019–2020. Toen brak er (weer in China) een ander nieuw coronavirus uit, met weer dezelfde symptomen. Oftewel: het syndroom was gelijk aan de eerdere SARS- en MERS-epidemieën. Maar de oorzaak was anders. Het was wel familie van de SARS-uitbraak uit 2002–2004, maar dan een nieuwe variant die waarschijnlijk van vleermuizen via schubdieren naar de mens oversprong.
Gesteld voor de vraag hoe we dit nieuwe virus moesten noemen, grepen wetenschappers terug op de afkorting SARS, omdat de symptomen identiek waren aan het bekende SARS (en MERS). Het oude “SARS-CoV”-virus uit 2002 werd hernoemd tot SARS-CoV‑1, en de nieuwbakken variant kreeg de naam SARS-CoV‑2.
En daarmee werd SARS van een ziekte uit 2002 weer een syndroom waaronder nu zowel die uitbraak als die van 2019 vallen. De naam SARS blijft ook behouden voor de ziekte die de infectie uit 2002 veroorzaakt, maar de nieuwe ziekte uit 2019 heet Covid-19 (coronavirus disease 2019).
En zo is SARS nu én een syndroom dat past bij een infectie met de virussen SARS-CoV‑1 en SARS-CoV‑2, én een ziekte (veroorzaakt door SARS-CoV‑1) die verwant is aan de ziekte Covid-19 (veroorzaakt door SARS-CoV‑2).
Het motto lijkt hier wel te zijn: leuker kunnen we het niet maken en makkelijker ook niet.
Toch is voor de pandemie van 2019–2020 het eindresultaat wel overzichtelijk. De ziekte heet Covid-19, past bij het syndroom SARS, en wordt veroorzaakt door het virus SARS-CoV‑2.