In Huize Taaleidoscoop zitten we nu midden in een periode van quarantaine. Een van ons heeft Covid-19 opgelopen, en de rest moet zich dus ook afzonderen totdat duidelijk is of wij ook coronapositief zijn.
Dat roept allerlei vragen op over gezondheid, de werking van virussen, en hygiëne in huis – maar ook een taalvraag: dat woord quarantaine, waar komt het eigenlijk vandaan?
Venetië
Al gravend naar de roots van de term quarantaine kom je al snel uit in het Venetië van de 14e eeuw. In het jaar 1377 om precies te zijn.
Nu was dit een interessante periode in de geschiedenis. Ze hadden er nog nooit gehoord van coronavirussen, maar er was wel een andere besmettelijke ziekte die de boel nogal opschudde. Die ziekte werd veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, en stond bekend als simpelweg “de pest” of “de Zwarte Dood”.
In Venetië kregen ze al snel door, net als in andere havensteden, dat er soms uitbraken van de pest kwamen wanneer er een schip in de haven aanmeerde dat kwam uit een land waar de Zwarte Dood al heerste. Het was dus voor de Venetiaanse autoriteiten belangrijk om te weten of er op zo’n schip de pest voorkwam, voordat de bemanning en goederen aan wal mochten komen.
Niets menselijks
Nou waren de mensen in het Venetië van de 14e eeuw niet zo héél anders als wij. We houden er allemaal van om de regels een beetje te buigen, en ook om ze ronduit te breken als dat ons goed uitkomt.
Bij onze huidige pandemie uit zich dat in illegale bruiloften met vele tientallen mensen bij elkaar terwijl er een lockdown is; mensen die met koorts en al toch nog even wat boodschappen doen bij de Appie; en regeringsleiders die vrolijk op campagne mondkaploos handen schudden met fans, tegen hun eigen regels in.
In ons middeleeuwse Venetië was er vast en zeker ook allerlei stoutigheid, maar wat daar in ieder geval bij hoorde was dat je de kapitein van een schip er niet op kon vertrouwen om altijd de waarheid te vertellen over het wel of niet voorkomen van de pest aan boord. En het kon ook voorkomen dat de bemanning het niet eens wist, bijvoorbeeld bij een beginnend geval van de ziekte.
Alleen op zee
Maar het reizen op zee heeft één groot voordeel. Hoewel de bemanningsleden elkaar wel konden aansteken als de pest aan boord heerste, konden ze niet van buitenaf besmet worden. Ze hadden immers dagenlang of zelfs wekenlang alleen op zee gedobberd.
Dat bracht de slimme bazen van Venetië op een idee. De dachten: we laten zo’n schip gewoon buiten de haven wachten om te zien of er iemand klachten van de pest krijgt. Is dat niet zo, dan kunnen ze alsnog de stad binnen varen. Een soort lokale lockdown-op-het-water, dus.
Net zoals het RIVM en de GGD’s nu aan het steggelen zijn over hoe lang je een patiënt, of iemand die mogelijk besmet is met Covid-19, in zelfisolatie moet houden, zo vroegen de Venetianen zich ook af: zo’n schip voor de haven, hoeveel dagen laten we die daar watertrappelen voordat ze mogen aanleggen? Wanneer heb je genoeg vertrouwen dat er geen pest aan boord is?
Een flinke lange tijd
We hebben het al gezegd: ons Venetiaanse verhaal speelt zich af in de middeleeuwen. In Europa was dat een door en door christelijke periode. Of dat van groot belang is, weet ik niet zeker, maar het zou zomaar kunnen dat de periode die ze in Venetië kozen voor de social distancing van zo’n handelsschip geïnspireerd was door een getal dat in de Bijbel veelvuldig voorkomt: 40.
Ga maar na. De oudtestamentische watersnoodramp (de zondvloed) duurde veertig dagen en veertig nachten. Toen Moses de tien geboden ontving, bleef hij veertig dagen en nachten op de berg Sinaï. David vocht met Goliath nadat die de Israëlieten veertig dagen lang had uitgedaagd. Nadat Jezus was gedoopt, bleef hij veertig dagen in de woestijn om te vasten. En zo zijn er nog tig meer voorbeelden.
Zelfs als dit soort mythische verhalen op werkelijke historische gebeurtenissen waren gestoeld, is de kans natuurlijk miniem dat ál die gebeurtenissen echt precies 40 dagen lang duurden. Het is veel waarschijnlijker dat in een tijd en een cultuur waarin de maancyclus (en niet het zonnejaar) de dominante tijdsrekening was, een periode van “veertig dagen” – lees, méér dan een maanmaand – gewoon een handige en gangbare manier was om “een hele lange periode” aan te duiden.
Quarantaine
Hoe dan ook, onze Venetiaanse vrienden besloten in 1377 dat de schepen uit pestlanden veertig dagen lang voor de haven moesten wachten voordat ze de stad binnen mochten komen. Had je dan nog steeds geen Zwarte Dood aan boord? Dan was je welkom.
En let op, nu gaat het ineens heel snel.
In het Italiaans betekent quaranta giorni “veertig dagen”. En periode van een veertigtal dagen werd een quarantina genoemd. De in Venetië toegepaste quarantina’s waren een groot succes en vonden navolging – in andere Italiaanse havensteden, maar ook elders in Europa. Bijvoorbeeld in Frankrijk, waar al snel de term quarantaine (“een veertigtal dagen”) in zwang kwam.
Het duurde even, maar gaandeweg verbreedde de betekenis van quarantaine zich (internationaal) tot alle gevallen van gedwongen preventieve afzondering. Rond 1660 duikt het woord quarantaine voor het eerst in het Nederlands op. Het is ook in deze periode dat het nieuwe, algemene gebruik van de term van de grond begint te komen.
10 dagen
En daar heb je het dan. Een “quarantaine” is van oorsprong een periode van veertig dagen isolatie. Het woord is dus een verre neef van andere woorden die met het getal 4 te maken hebben, zoals kwart, quarterback, kwartier, quartair en kwartaal.
Bij onze eigen coronapandemie, en volgende de Nederlandse regels, is de gedwongen isolatie in geval van risico nu 10 dagen (dat was eerst 14). Als je heel streng bent en je aan de etymologie van het woord houdt, dan is een “quarantaine van tien dagen” dus een oxymoron: een periode van 40 dagen die 10 dagen duurt. Het moet niet gekker worden.