Taalterm: Verbuiging

De taal­term van deze week, ver­buig­ing, heeft geen star karak­ter. Hij past zich graag aan de omstandighe­den aan. Hij kijkt goed om zich heen en vraagt zich af wat er van hem verwacht wordt. En als hij dan een beet­je meer naar links of naar rechts moet neigen, dan doet hij dat gewoon.

Definitie

Ver­buig­ing is (ook bek­end als buig­ing of dec­li­natie) is het fenomeen in een taal waar­bij een naam­wo­ord of voor­naam­wo­ord van vorm veran­dert onder invloed van de gram­mat­i­cale func­tie en de woor­den waar het bij hoort.

Voorbeelden

  • Laars wordt laarzen als je het in het meer­voud zet
  • Ons wordt onze als je het com­bi­neert met fam­i­lie
  • Mooi wordt mooie als je het kop­pelt aan puppy’s

Etymologie

De herkomst van dit woord ligt nogal voor de hand: het is afgeleid van het werk­wo­ord buigen, dat ook te mak­en heeft met een (tijdelijke) veran­der­ing van vorm.

  • ver- + buig (van buigen) + -ing

Weetje

Het Ned­er­lands is zijn naam­vallen gro­ten­deels ver­loren, maar in zin­sne­den zoals ’s lands eer zie je nog dat ook zelf­s­tandig naam­wo­or­den ver­bo­gen kon­den wor­den op andere manieren van een meer­voudsvorm. In dit geval: door een ‑s aan land toe te voe­gen in een bezit­telijke constructie.

Bonus-weet­je:
Ver­buig­ing is een vorm van flex­ie.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties