De taalterm van deze week, sextet, heeft aan de vingers van één hand niet genoeg. Nee, zijn kunstenaarshart neemt geen genoegen met minder dan zes – en ook niet met meer, trouwens. Hij is dus een beetje een pietje-precies, want hij staat er ook nog op om nooit als eerste binnen te komen.
Definitie
Een sextet is een set van zes versregels in een gedicht, met name de afsluitende zes regels van een Italiaans sonnet. Een klassiek sextet bestaat uit twee keer drie dichtregels. Zo’n groep van drie regels heet een terzet.
Het sextet valt traditioneel vlak na de volta, en geeft dus een onverwachte wending aan het gedicht.
Voorbeelden
Dit is Sonnet 292 van de Italiaanse dichter Francesco Petrarca (1304−1374), in een vertaling van Frans van Dooren.
Die ogen zo vol vuur door mij beschreven, die armen, handen, voeten en gezicht, waardoor mijn hart soms zózeer werd ontwricht dat ik met niemand meer kon samenleven, die haren met een gouden glans doorweven, die glimlachjes zo warm op mij gericht, zijn nu vergaan tot stof, dat ergens ligt en elk gevoel voorgoed heeft prijsgegeven. En ik, ik leef, maar doodvermoeid en 't leven zat en zonder 't reddend licht dat op mij wachtte steeds als de storm mijn schip geteisterd had. Verdwijn, o liefdeslied, uit mijn gedachten! Want weg is het talent dat ik bezat: ik schrijf geen verzen meer, maar jammerklachten!
De laatste zes regels, van “En ik, ik leef…” tot “… maar jammerklachten!”, vormen het sextet.
Etymologie
Dit woord is ontleend aan het Italiaanse sestetto, wat een verkleinvorm is van sesto (“zesde”). Een sestetto is dus een “kleine zesde”. Als je nog verder terugkijkt, ligt de bron bij een Latijns getal:
- sextus (zes)
Weetje
Het woord sextet heeft ook een aparte betekenis in de muziek – twee zelfs!
Een sextet is óf een groep van zes mensen die samen muziek maken (zoals een pianosextet of een zangsextet), óf een muziekstuk dat gecomponeerd is voor zes instrumenten of stemmen.