De taalterm van deze week, nosisme, is niet graag alleen. Of eigenlijk: hij doet graag alsof hij niet graag alleen is. Soms heeft dat iets protserigs, maar het kan ook juist heel lief zijn. Hoe dan ook, het doet het met de beste bedoelingen.
Definitie
Nosisme is het gebruik van het persoonlijk voornaamwoord wij op een plaats waar je eigenlijk het woord ikverwacht, of zelfs jij.
Dit kan, afhankelijk van de context, op verschillende manieren. Kijk maar naar de uitleg en voorbeelden hieronder.
Voorbeelden
Pluralis majestatis
Het bekendste gebruik van een nosisme is misschien wel de pluralis majestatis. Daarmee verwijst een hoogwaardigheidsbekleder – zoals een koning, bisschop of paus – naar zichzelf in de wij-vorm.
- De schokkende beelden van de ramp hebben ook ons diep geraakt.
- Wie zijn wij om de oordelen of homoseksualiteit een zonde is?
Pluralis modestiae
Bij de pluralis modestiae schrijf of zeg je wij in plaats van je (of, preciezer: in plaats van men). De vermeende “wij” slaat dan op de schrijver/spreker en lezer/toehoorder samen, maar verwijst eigenlijk naar een algemene derde persoon. Deze vorm kun je bijvoorbeeld tegenkomen in een wetenschappelijke of onderwijssetting.
- Door de diameter van een cirkel met π te vermenigvuldigen, krijgen we de omtrek.
- Daarom moeten we concluderen dat Hitler inderdaad zelfmoord heeft gepleegd.
Institutionele wij
Een vorm van nosisme die je veel zult tegenkomen is de institutionele ‘wij’. Daarmee spreekt één persoon namens een organisatie of instituut, zoals een redacteur namens de krant, of een servicemedewerker namens een onderneming. Deze blog is zelf ook een voorbeeld: het is een eenmansinitiatief, maar ook hier zul je soms een nosisme tegenkomen.
- Het spijt ons dat het verslag over de rellen bevooroordeeld was.
- Wij zullen uw klacht direct in behandeling nemen.
- Bij Taaleidoscoop hebben we niet veel op met taalfundamentalisme.
Verzachtende wij
De verzachtende ‘wij’ komt het meest voor in de spreektaal en komt van pas als het confronterend zou zijn om iemand direct aan te spreken met jij. Door als spreker te kiezen voor de wij-vorm, geef je aan: ik ben erbij, ben bent niet alleen. Maar het kan ook een ironische of neerbuigende bijklank krijgen.
- Goedemorgen mevrouw Jansen! Wat zien we er vandaag mooi uit.
- En, hebben we ons huiswerk al gemaakt?
Etymologie
De term nosisme is een vernederlandst leenwoord op basis van het Engelse nosism, dat op zijn beurt weer is afgeleid van het Latijnse woord voor “wij”.
- nos (wij) + -isme (achtervoegsel dat een zelfstandig naamwoord vormt)
Eerlijk is eerlijk
Het woord nosisme staat niet in Nederlandse woordenboeken, en op internet is hij ook niet of nauwelijks te vinden, zeker in deze betekenis. De afleiding vanuit het Engelse nosism is er dan ook eentje die ik zelf heb gemaakt.
Misschien hebben we hier bij Taaleidoscoop dus een heuse primeur te pakken: een vers gebakken, gloednieuwe Nederlandse taalterm!
Weetje
Een verwante taalterm heeft hier al eerder in de spotlight gestaan: het illeïsme.