Taalterm: Leenwoord

De taal­term van deze week, leen­wo­ord, is goede vrien­den met de buren. Als hij een lekkere appeltaart heeft gebakken en de buuf zegt “Da’s lekker, mag ik ook een stuk­je?”, dan is hij nooit de beroerd­ste. Hij bakt voor haar nog een taart en zegt er vrien­delijk bij: “Deze is hele­maal voor jou!”

Definitie

Een leen­wo­ord is een woord dat uit een andere taal is overgenomen.

Je kunt hier­voor ook de vak­term aliënisme tegenkomen. 

Voorbeelden

Omdat tal­en elka­ar door­lopend beïn­vloe­den, is de lijst met leen­wo­or­den enorm lang. Een paar voor­beelden in het Ned­er­lands, met de taal van herkomst erbij.

  • feng shui (Chi­nees)
  • fin­ger­spitzenge­fühl (Duits)
  • sam­bal (Indone­sisch)
  • ombuds­man (Zweeds)
  • pael­la (Spaans)
  • e‑mail (Engels)
  • alge­bra (Ara­bisch)
  • sauna (Fins)
  • kar­ma (Hin­di)
  • fias­co (Ital­i­aans)
  • muse­um (Lati­jn)
  • fjord (Noors)
  • karate (Japans)

Etymologie

Deze taal­term legt zichzelf uit:

  • leen (van lenen, “aan een ander in bruik­leen geven”) + woord (een­heid van taal)

In de term aliënisme herken je het Engelse alien, dat niet alleen “buite­naards wezen” betekent, maar ook (en eerst) “uit een ander land of cultuur”.

Weetje

Ook het Ned­er­lands heeft een schare aan woor­den aan andere tal­en geleverd. Een paar voor­beelden uit het Engels zijn land­scape (land­schap), cook­ie (koek­je), free­boot­er (vri­jbuiter), yacht (jacht), groove (groef of groeve), belea­guer (belegeren), ice­berg (ijs­berg) en sketch (schets).

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties