Taalterm: Epenthesis

De taal­term van deze week, epenthe­sis, is een beet­je opdringerig. In plaats van net­jes aan de zijli­jn te wacht­en, denk hij: ik wurm me er lekker tussen voor een knusse groeps-hug. Gezel­ligheid troef. En het leuke is dat de rest van het gezelschap dat hele­maal pri­ma vindt.

Definitie

Epenthe­sis is een taalfenomeen waar­bij er bin­nen een woord een of meer klanken wor­den inge­last, meestal om de uit­spraak te vergemakkelijken. 

Je kunt hier­voor ook de term epenthese tegenkomen.

Voorbeelden

Je kunt de epenthe­sis in een woord alti­jd horen, en soms ook terugzien in de spelling.

Een voor­beeld van het eerste is als je het woord melk uit­spreekt als [mel­luk], of zelf als [zel­luf]. Die extra sjwa in de uit­spraak (de ingevoegde, korte “uh”-klank) is een geval van epenthe­sis. Ook bij de invoeg­ing van de h‑klank in de open­ingswo­or­den van het Ned­er­landse volk­slied hoor je soms de epenthe­sis: “Wil­hel­mus va-han Na-hassouwe…”.

Een voor­beeld van het tweede – ook de spelling is aangepast – zijn woor­den als zold­er en kelder. Die komen respec­tievelijk van het Lati­jnse solar­i­um en cel­lar­i­um, waarin de extra d‑klank niet voorkomt. Kijk ter vergelijk­ing naar het Duitse woord voor kelder, Keller, waarin de epenthe­sis niet heeft plaatsgevonden.

In het Engels is de intru­sive link­ing r een voor­beeld van epenthe­sis. Daarover schreven we al eerder dit artikel: “Lau­ra Norder en de opdringerige r”.

Etymologie

Het woord epenthe­sis is samengesteld uit de vol­gende elementen:

  • epi (“op” of “bij”) + the­sis (“zetten”)

De epenthetis­che klank wordt dus als het ware “bij het woord gezet”.

Weetje

Meestal is epenthe­sis geen bewuste keuze: zo’n veran­der­ing ontstaat gaan­deweg in de lev­ende taal. Maar het kan ook een sti­jl­figu­ur zijn, een stilis­tis­che keuze van de schri­jver, bijvoor­beeld om in een ver­sregel op het gewen­ste aan­tal let­ter­grepen uit te komen.

De open­ingsregels uit de Gijs­brecht van Aem­s­tel zijn bijvoor­beeld “Het Hemelsche gerecht heeft zich ten lange lesten / Erbar­remt over my, en mijn benaeuwde vesten”. Je ziet dat Joost van den Von­del hier het woord erbarmt ver­vangt door “erbar­remt”, om een extra let­ter­greep toe te voegen.

Maar ook de songtekst van de grote hit van Nor­maal, “Oerend hard”, kun je zien als een geval van epenthe­sis. Om de oe aan het begin op te rekken, wordt daar zelfs twee keer een h‑klank inge­last: “Ohoe oeho­erend hard…”.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties