Taalterm: Consonantie

De taal­term van deze week, con­so­nantie, is niet zo van de losse flod­ders. Als je iets doet, vin­dt hij, dan moet je het goed doen en dan moet je het vaak doen. Nou hoeft dat niet meteen enorm op te vallen; je mag best sub­tiel zijn. Maar als je echt je best wilt doen, dan mag je dat ook wel aan de wereld lat­en zien.

Definitie

Bij het sti­jlmid­del con­so­nantie gebruik je bewust een her­hal­ing van dezelfde medek­link­ers in woor­den die dicht bij elka­ar staan.

Voorbeelden

  • Er komen maandag vermoei­de mensen naar mijn per­formance.
  • De gillende wichten begrepen aar­dig goed zijn gedachten.

Etymologie

Deze taal­term is afgeleid van het Lati­jnse woord voor medeklinker:

  • con­so­nans, van con- (met, mee) + sonare (gelu­id mak­en, klinken)

Weetje

Een bij­zon­dere vorm van con­so­nantie is al eens eerder de Taal­term van de week geweest: allit­er­atie, waar­bij de her­haalde medek­link­er steeds in de eerste (of de bek­lem­toonde) let­ter­greep van een woord moet vallen.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties