De taalterm van deze week, comparatief, is best wel trots op zichzelf. Want hij zal nooit als laatste binnenkomen in een race. Maar zijn trots wordt getemperd omdat hij ook weet dat hij nooit de eerste zal zijn. Ach, zegt hij dan, alles is relatief.
Definitie
De comparatief is de vergrotende trap in de trappen van vergelijking. Deze trap wordt in een wetenschappelijke context soms ook de comparativus genoemd.
In een vergelijking tussen verschillende zaken is de comparatief de trap die een stap voorbij iets anders is, maar die niet het uiterste punt van de vergelijking is. Oftewel: groot, groter, grootst.
Meer informatie vind je in dit artikel over de superlatief en in dit artikel over de elatief.
Voorbeelden
- Het drinken van water is gezonder dan het drinken van frisdrank.
- Gaat het weer beter met je?
- Soms ben je met de trein sneller op je bestemming dan met het vliegtuig.
Etymologie
Deze taalterm is afgeleid van het Latijnse comparativus (vergelijkend):
- afgeleid van comparare (naast iemand plaatsen, vergelijken)
→ van com- (met, samen) + par (gelijk)
Weetje
Een woord als ouder is zowel een zelfstandig naamwoord (vader van, moeder van) als een comparatief (ouder dan). Maar van dat comparatief kan je wel weer een ander zelfstandig naamwoord maken: oudere. En niet alle ouderen zijn ouders!