De taalterm van deze week, aposiopesis, vindt dat je mensen vooral niet moet onderschatten. En niemand wordt blij van voorgekauwde kost, dus waarom zou je niet het een en ander aan de verbeelding overlaten? Met een beetje geluk maak je dan des te meer indruk.
Definitie
Er is sprake van aposiopesis of aposiopese is als de tweede helft van een zin wordt weggelaten, zodat de lezer hem zelf in moet vullen.
Is dit weglaten niet opzettelijk, dan is er gewoon sprake van een afgebroken gedachtegang. Maar doet een spreker het opzettelijk, dan is de aposiopesis een stijlfiguur. Je kunt hiervoor ook de termen reticentie en verzwijgingtegenkomen.
Het idee is dat je extra nadruk legt op die laatste woorden, juist door ze niet te zeggen. Het psychologisch effect van aposiopesis is dat de spreker de indruk wekt dat hij of zij die afsluitende woorden niet hardop kan of wil zeggen, waardoor de emotionele lading des te sterker is.
Voorbeelden
Bij deze zinnen is de aposiopesis “toevallig”, omdat de gedachten van de spreker afdwalen:
- Ik weet niet wat ik moet doen. Ik zou hem kunnen bellen, maar…
- Ik ben blij dat Sjaak weg is. Ik vind hem altijd zo… Nou ja, het doet er ook niet toe.
En hier heeft de weglating een retorische effect, als (bewuste of onbewuste) stijlfiguur:
- En nu ga je je kamer opruimen, of anders.
- Hebben ze die bestelling nog steeds niet opgestuurd? Ik zal ze!
- Linda en Bram gaan alwéér samen weg. Wat denk je: zouden ze misschien…?
- Henri gaat zijn leven nooit beteren. Deze laatste idiote actie is gewoon wéér een voorbeeld van.
Etymologie
De wortels van deze taalterm liggen bij het Griekse aposiopesis, dat “een stilvallen” betekent.
- apo- (weg, verwijderd) + siope (stilte)
Weetje
Net als het understatement krijgt een aposiopesis zijn kracht door wat er niet gezegd wordt. En net als bij een anakoloet speelt het niet-afmaken van een stelling bij aposiopesis een centrale rol.