Het Engels is de hofleverancier van nieuwe woorden voor menig andere taal. Soms verwerven die woorden een plaats in die andere taal (het Nederlands, bijvoorbeeld) omdat ze een nieuwe betekenis aanduiden waar geen inheems woord voor is. Denk aan spoiler (in beide betekenissen van het woord!) of online. Soms is er wél een autochtoon woord, maar is de Engelse versie een aantrekkelijker alternatief. Denk aan sweater en shop. Het kan ook zo zijn dat een woord begint in de categorie “nieuwe betekenis” — lipstick, printen — en er later alsnog een Nederlandse variant ontstaat: lippenstift, uitdraaien.
Ik noem deze verschillende varianten even op omdat ik aan het puzzelen ben met het woord spindoctor.