De Koning en het dubbeltje

Het nieuws van de week is toch zek­er de aankondig­ing van een troon­swis­sel­ing in het Koninkrijk der Ned­er­lan­den. Wat mij het meest opvalt aan alle bericht­gev­ing hierover is hoe promi­nent de fac­tor taal is in het hele verhaal.

Regalia
De regalia der Nederlanden

De nieuwe kon­ing kiest een naam – niet Willem IV maar Willem-Alexan­der. Dat is niet triv­i­aal, dat betekent iets. Vroeger was de keuze van een nieuwe kon­ingsnaam bij de troons­besti­jging heel gebruike­lijk. De Engelse kon­ing George VI, de vad­er van de huidi­ge Britse monarch, heette eigen­lijk Albert, koos­naam Bertie. En in Vat­i­caanstad is het nog steeds de norm dat de kar­di­naal die paus wordt bij zijn benoem­ing een nieuwe naam aanneemt.

Onze Máx­i­ma wordt niet Prins­es, maar Koningin. Ook dat betekent iets. En het zegt, in bredere zin, veel over de rol van sekse in de his­to­rie van het kon­ingschap, dat door over­erv­ing wordt verkre­gen. Een Kon­ing-monarch kan een Koningin naast zich hebben, maar een Koningin-monarch ver­draagt niet meer dan een Prins aan haar zijde. Zo bli­jft duidelijk hoe de erfe­lijke lijn loopt.

Verder lezen De Kon­ing en het dubbeltje

Ooit

Zoals beloofd heb je nog enige uit­leg tegoed over de jong­ste bewon­er van de kweekvi­jver. (Voor wie het nog niet weet: de kweekvi­jver is de plaats waar Taalei­doscoop woor­den verzint en verza­melt die nog niet bestaan, maar die wel zouden moeten bestaan.)

Onlangs had ik een goed gesprek met mij jong­ste zoon. Hij is in de leefti­jd dat hij over­al vra­gen bij stelt en de wereld niet meer klakkeloos aan­neemt zoals hij is. Waarom dit? Waarom dat? Hoe kan dit? En waarom niet zus, of zo?

Het besef is inmid­dels ook tot hem doorge­dron­gen dat de wereld niet alti­jd geweest is zoals hij nu is, en ook niet alti­jd zo zal zijn. Hij slurpt het alle­maal aan­dachtig op: dat vroeger tv’s een zwart-wit beeld had­den, dat tele­foons ooit alle­maal een losse hoorn had­den die met een kringel­draad­je aan het toes­tel vastzat, dat er ooit geen vlieg­tu­igen waren. En hij stelt zich ook voor wat er alle­maal nog meer uit­gevon­den zal wor­den, lat­er als hij groot is.

Verder lezen Ooit

Alleen hier!

Het duurt nu alweer een week of twee, drie. De gelukza­lige rust die me bevangt wan­neer ik de super­markt bij mij om de hoek tege­moet loop. Wat een gevoel van onbelem­merde vri­jheid: je kan zomaar naar bin­nen gaan!

Spaarbedelzone...?
Spaarbe­del­zone…?

Nee hoor, ik maak een geb­bet­je. Maar in de kern zit ik er niet al te ver naast. Waar ik op doel is dat de super nu even géén spaar­ac­tie heeft waar kinderen als vliegen naar de stroop­pot naar­toe wor­den getrokken.

Tot voor een dag of twintig gele­den hing bij mijn super deze med­edel­ing buiten de ingang. Er hing een fraai span­doek om de verza­melde meute spaar­grage jeugdi­gen erop te wijzen dat ze op die plek – en alleen daar! – mocht­en vra­gen om voet­balplaat­jes. Nu is het mij niet om die plaat­jes te doen, hoor. Het kun­nen ook gogo’s zijn, of puzzel­stuk­jes, of domi­nos­teen­t­jes, of Dis­ney-dwer­gen, of actiemu­nten. Het gaat juist om die kinderen.

Verder lezen Alleen hier!

Opruimwoede

Het begin van een nieuw jaar is alti­jd een fijne tijd om wat oude din­gen op de ruimen. En ik had nog een paar woord­jes liggen, dus die berg ik maar weg in deze eerste col­umn van 2010.

De woor­den in kwest­ie lagen nog in een laat­je na mijn ver­haal van een maand gele­den over het Woord van het Jaar. In 2009 is dat bij Van Dale trouwens ontvrien­den gewor­den, in navol­ging van unfriend, het Word of the Year bij Oxford.

Maar op de short­list van Oxford ston­den nog een paar andere fraaie woor­den, en die wil ik jul­lie niet onthouden. (Van­daar dat ze in die la gingen.)

Verder lezen Opruim­woede

Fastfood

Uitein­delijk lei­dt dit ver­haal naar een nieuw woord, maar in de aan­loop ernaar­toe moet ik eerst even bijkomen van de ver­baz­ing. Ik wilde iets schri­jven over fast­food, en googelde wat infor­matie over frikan­dellen. Nee, niet frikadellen, dat zijn gebraden ballen gehakt – ik bedoel die gefritu­urde slur­f­jes samengeperst vlees.

Dat dus...
Dat dus…

Per jaar stouwt frikan­del­lend Ned­er­land 500.000.000 van die din­gen weg. Kom gerust even op adem, en dan nu nog een keer. Vijf… hon­derd… miljoen! Dat betekent dat de gemid­delde pol­d­er­mens (alle zuigelin­gen, tande­loze hoog­be­jaar­den en veg­e­tar­iërs meegerek­end) elk jaar meer dan der­tig frikan­dellen veror­bert. Dat is zowat één slurf per week per homo junk­foodus.

Verder lezen Fast­food

Geleedpotig

Het Engels is de hoflever­anci­er van nieuwe woor­den voor menig andere taal. Soms ver­w­er­ven die woor­den een plaats in die andere taal (het Ned­er­lands, bijvoor­beeld) omdat ze een nieuwe beteke­nis aan­duiden waar geen inheems woord voor is. Denk aan spoil­er (in bei­de betekenis­sen van het woord!) of online. Soms is er wél een autochtoon woord, maar is de Engelse ver­sie een aantrekke­lijk­er alter­natief. Denk aan sweater en shop. Het kan ook zo zijn dat een woord begint in de cat­e­gorie “nieuwe beteke­nis” — lip­stick, print­en — en er lat­er alsnog een Ned­er­landse vari­ant ontstaat: lip­pen­s­tift, uit­draaien.

Ik noem deze ver­schil­lende vari­anten even op omdat ik aan het puzze­len ben met het woord spin­doc­tor.

Verder lezen Geleed­potig