Dit verhaal eindigt met een pauw, maar het begint in het oude, mythologische Griekenland met een nimf. Daar waren er nogal wat van, en het gaat nu om de nimf Io, die behoorde tot de entourage van de godin Hera.

Nu moet Io een mooi meisje geweest zijn, want niemand minder dan Hera’s echtgenoot Zeus – je weet wel, de oppergod – werd smoorverliefd op haar. Dat heb je, hè, met nimfen. Zeus had goede reden om te denken dat Hera achterdochtig zou zijn, want hij hield er nogal wat vriendinnetjes op na. Om te voorkomen dat Hera achter zijn avontuurtje met Io zou komen, vermomde hij zich als een wolk, zodat ze niet gezien konden worden. (Het heeft zo zijn voordelen om oppergod te zijn.)
Maar Hera was niet op haar achterhoofd gevallen, en dook snel die wolk in om te zien wat daar gebeurde. Zeus, die geen zin had in nog een ruzie, veranderde Io snel in een vaars (een jonge koe), en deed alsof er niets aan de hand was. Maar Hera wist wel beter, en om Zeus te pesten nam ze de vaars Io meteen aan, als geschenk. Dank je wel, Zeus. Hera bond Io vast aan een olijfboom en beval een van haar dienaren, een monster met de naam Argus (een reus met honderd ogen), om haar te bewaken.