Je hebt van die woorden waarvan de uitspraak niet voor de hand ligt. Het geinige daaraan is: je kunt naar twee kanten toe een uitglijder maken. Eén: je spreekt het woord onterecht uit zoals het geschreven staat (“frie-tus” in plaats van “friet” voor frites). Twee: je schrijft het woord onterecht zoals het uitgesproken wordt (“sjek” in plaats van shag).
Hoe fraai dan die flashback die ik onlangs kreeg bij het kijken naar een Amerikaanse film op tv. Ik werd in een instant-tijdmachine teruggevoerd naar een leslokaal in het St.-Vituscollege in Bussum, anno jaren tachtig. Daar stond een klasgenoot een spreekbeurt te houden over ontgroeningen bij het studentencorps.
Er ontstond een wat lacherig soort onzekerheid bij de rest van de klas, want deze medescholier beweerde zonder blikken of blozen (dachten we) dat de nieuwe lichting corpsleden – de te ontgroenen groentjes dus – “voeten” heetten. Voeten dit, voeten dat; gniffel, gniffel in de klas. Nee, legde hij uit, toen hij het gegiebel bemerkte, het is “foeten”, met een f. Dat is een raar woord, maar zo heten die lui nou eenmaal.