Puken

Als je een nieuwt­je hoort dat je enigszins ver­baast, dan zet je daar als recht­geaarde scep­ti­cus zo je vraagtekens bij. Maar als je datzelfde nieuwt­je daar­na nog een keer, uit andere bron, hoort – tja, dan ga je toch twijfelen.

Zoi­ets overk­wam mij met het woord kot­sen.

Het begon met mijn jong­ste zoon. Die stond op een nacht ineens naast mijn bed, met een ongelukkige blik in zijn ogen. “Papa, ik heb in mijn bed gekotst.” Ik ken mijn pri­or­iteit­en, dus ik ging meteen aan de slag met hem troost­en, slok­je water geven, bed schoon­mak­en. Maar ergens in mijn achter­hoofd zat een stem­met­je dat eigen­lijk had willen zeggen, “Weet je, ‘kot­sen’ is een beet­je lelijk, zeg maar liev­er” Maar ja, drie uur ’s nachts is geen moment om een ziek kind de finess­es van de Ned­er­landse taal bij te bren­gen, dus ik hield wijselijk mijn mond.

Verder lezen Puken

Hypo op herhaling

De titel van de vorige Taalei­doscoop ver­raadde het al een beet­je: we hebben een fijn Grieks voor­voegsel voor “onder” (hypo-), maar ook een dat uit het Lati­jn komt. Die Romeinen mogen dan rare jon­gens geweest zijn, vol­gens Obelix, maar ze hebben ons wel sub- gegeven, dat – net als Jupiter voor Zeus en Venus voor Aphrodite – niet onder­doet voor zijn hel­lenis­tis­che evenknie.

Sub- betekent “onder” of “lager” in woor­den als sub­cat­e­gorie, sub­prime (dat schi­jnt iets met hypotheken te mak­en te hebben) en sub­ject (let­ter­lijk: onderwerp).

Net zoals hypo- een medeplichtige heeft in hyper-, zo heeft ook sub- een kom­paan die “boven” of “hoger” betekent: super-. Denk daar­bij aan woor­den als super­son­isch (met een snel­heid hoger dan die van het gelu­id) of super­visie (let­ter­lijk: een blik van boven, toezicht). Maar super- heeft zich vooral gen­esteld in de beteke­nis van “zeer groot” of “in hoge mate”. De woor­den­li­jst die dat oplev­ert is schi­er ein­de­loos: van super­markt tot super­no­va, van super­snel tot super­ben­zine. Ten slotte wordt super-, in een nog verder afgelei­de beteke­nis, ook gebruikt om aan te geven dat iets van zeer goede kwaliteit is, of heel aantrekke­lijk, zoals in super­film of super­auto.

Verder lezen Hypo op herhaling

Kleurtje

Soms word je door de raarste din­gen op een zoek­tocht ges­tu­urd. Zo vroeg ik een tijd­je gele­den aan een col­le­ga, toen ik ver van mijn bureau snel iets op wilde schri­jven, “Kan je me even een van die blauwe geelt­jes geven?” Een blauw geelt­je! Als dat geen con­tra­dic­tio in ter­min­is is, weet ik het ook niet meer. Maar toch, neen, “een blauw geelt­je” is géén oxy­moron. Een geelt­je hoeft ken­nelijk niet geel te zijn.

Quod erat demonstrandum
Quod erat demonstrandum

Het zette me aan het denken: zijn er meer van dat soort woor­den, van het type kleur + ‑tje? Jawel, natu­urlijk, en hoe. De betekenis­sen die ik hier ver­meld zijn een deel van (!) de betekenis­sen die in Van Dale genoemd worden.

Laat ik begin­nen met die kleuren waar­van ook wel beweerd wordt dat ze niet echt “kleuren” zijn: zwart en wit. En gri­js. Een zwart­je is een weinig flat­teuze benam­ing voor een neger en ook nog, ken­nelijk, een meis­je met donker haar. Een wit­je is meer dan één soort vlin­der, en verder een bor­relt­je en een soort vis. (Heb jij ooit in de kroeg een “wit­je” besteld? Ik niet. En dan nog vraag ik me af of iemand daar niet eerder een witbier mee zou bedoe­len.) Een gri­js­je, ten slotte, is een oud­je, een opaat­je of omaatje.

Verder lezen Kleurt­je

Verdrietje zonder vlees

Het zijn van die din­gen waar je je waarschi­jn­lijk niet druk over moet mak­en. Maar toch gaat er bij mij een alarm­bel­let­je rinke­len telkens als ik iemand hoor zeggen: Daan is veg­e­tarisch.

Nou ja, “druk mak­en” is een groot woord – maar het is een van mijn pet peeves: Daan is niet veg­e­tarisch, zijn dieet is het! Aan Daan zit heus wel wat vlees, anders was het niet goed met hem gesteld…

Vegetariër?
Veg­e­tar­iër?

(Overi­gens, verzin maar eens een fat­soen­lijke ver­tal­ing voor pet peeve. Ik vind het een prachtige en nut­tige term, maar de voorzet die Van Dale doet, “gekoes­terd ver­dri­et­je”, kan echt niet door de beugel.)

Goed, mensen zijn dus niet veg­e­tarisch, maar veg­e­tar­iër. Nu zijn er veg­e­tar­iërs die af en toe ook vis of gevo­gelte eten. Strikt genomen kun­nen dit echter geen veg­e­tar­iërs zijn, want aan een zalm of kip zit, net als aan Daan, vlees. Je hoeft niet ver te zoeken om uit deze impasse te komen: er zijn spe­ciale woor­den voor iemand die vlees mijdt maar toch vis (of gevo­gelte) eet.

Verder lezen Ver­dri­et­je zon­der vlees

Blo

Van de Amerikaanse pres­i­dent Thomas Jef­fer­son (1743−1826) is het beroemde citaat: “I can­not live with­out books”. Hele­maal mee eens. En van alle soorten boeken waar ik van hou, nemen de woor­den­boeken een bij­zon­dere plaats in. Dat zijn immers boeken die niet alleen bestaan uit woor­den, maar ook nog eens gaan over woorden.

Woordenboek in het woordenboek
Woor­den­boek in het woordenboek

Een voor­beeld. Ik had het idee om dit stuk­je te schri­jven over het woord blog. Mooi woord­je, nog (relatief) fonkel­nieuw, en in korte tijd alomte­gen­wo­ordig gewor­den. Mooie herkomst ook: een uit­zon­der­lijke verko­rt­ing van weblog. Uit­zon­der­lijk, want ik ken zo snel geen ander woord waar­bij de begin­let­ters van het moed­er­wo­ord wor­den wegge­lat­en. Ander­som komt veel vak­er voor: aso voor aso­ci­aal, intro voor intro­duc­tie, etc.

Verder lezen Blo

Over slangen, banken, paarden en gangen

Meestal heb ik het niet zo met car­naval, maar aan het eind van dit stuk­je is dat (al was het maar even) wel anders, zoals je zult zien.

Eerst even dit. Het is lastig vast te stellen hoeveel woor­den een taal heeft, en dat komt met name omdat het moeil­ijk is om te definiëren wat pre­cies een “woord” is. Bijvoor­beeld: zijn hotel en hotels twee ver­schil­lende woor­den, of zijn het gewoon andere ver­schi­jn­ingsvor­men (enkelvoud-meer­voud) van één en het­zelfde woord? Ik ben geneigd het laat­ste te denken, maar geldt het dan ook voor dwalen, dwaalt en dwaalde? En zo ja, geldt dat dan ook nog voor zijn, is en was?

Verder lezen Over slan­gen, banken, paar­den en gangen