Taalterm: Antoniem

De taal­term van deze week, antoniem, is een beet­je tegen­draads. Het zegt iets over de beteke­nis van een ander woord, maar dan juist over wat het niet betekent.

Definitie

Een antoniem is een woord met de tegen­overgestelde beteke­nis van een ander woord. Ze staan dus nooit alleen: twee woor­den zijn elka­ars antoniemen.

Maar antoniem kan ook een bijvoeglijk naam­wo­ord zijn. Dan betekent het: met een tegen­overgestelde betekenis.

Voorbeelden

  • “Klein” is het antoniem van “groot”.
  • De woor­den “leeg” en “vol” zijn antoniem.
  • “Guur” en “ongu­ur” zijn géén antoniemen.

Etymologie

Het Frans kent het woord antonyme vanaf 1842, waarschi­jn­lijk ver­zon­nen als tegen­hang­er van syn­onyme. Vanaf 1901 komt het ook in zijn Ned­er­landse vorm voor.

Dit zijn de bouw­ste­nen, bei­de uit het Grieks:

  • anti- (in plaats van, tegengesteld) + ono­ma (naam)

Weetje

Het woord antoniem heeft zélf ook een antoniem! Dat is: syn­on­iem.

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties