Smaakloos vs. smakeloos

De woor­den smaak­loos en smakeloos lijken zó op elka­ar dat je zou denken dat ze het­zelfde beteke­nen. En gek genoeg is dat ook zo. Gek genoeg, want eigen­lijk (of liev­er: als je het net­jes wilt doen) beteke­nen ze wel degelijk iets anders. Hoe zit dat?

Waar hebben we het over?

Van som­mige woor­den met het suf­fix -loos bestaan twee vari­anten in de spelling die erg op elka­ar lijken maar wel elk hun eigen uit­spraak hebben. In dit geval: met of zon­der tussen‑e. Er is dan meestal ook een ver­schil in betekenis.

Betekenis en gebruik

  • Smaak­loos is een bijvoeglijk naam­wo­ord dat betekent: zon­der proef­bare smaak. Je geeft hier­mee je mening over hoe smake­lijk iets eet- of drinkbaars is.
  • Smakeloos is een bijvoeglijk naam­wo­ord dat betekent: zon­der goede smaak. Je geeft hier­mee je mening over hoe goed iets overeenkomt met de heersende ideeën over “hoe het hoort”.

Zoals je ziet beteke­nen bei­de woor­den sim­pel­weg: zon­der smaak. Het ver­schil zit hem in de soort smaak waar je het over hebt. Bij smaak­loos heb je het dan over de (lekkere) smaak die je proeft in je mond; bij smakeloos heb je het over de “sociale” smaak in een maatschap­pij of cultuur.

Anders gezegd: het woord smaak wordt in smaak­loos let­ter­lijk gebruikt en in smakeloos figuurlijk.

Voorbeelden

  • Ik vind deze soep een beet­je smaak­loos.
  • Voor zo’n duur restau­rant vond ik het eten eigen­lijk heel smaak­loos.
  • Wat een smakeloze humor! Over ziek­tes moet je geen grap­pen maken.
  • Vind jij dit echt een mooi schilder­ij? Ik vind het maar smakeloos en discriminerend.

Even opletten

Het woord smaak­loos wordt meestal gebruikt in de let­ter­lijke beteke­nis van “zon­der monds­maak”. Toch kun je deze spelling ook tegenkomen in de zin van “niet getu­igend van goede smaak”. Die dubbele beteke­nis staat ook in woor­den­boeken vermeld.

Omge­keerd raden de meeste taal­gid­sen af om smakeloos te gebruiken voor de beteke­nis “zon­der proef­bare smaak”, ook al is dat gebruik wel degelijk aan­wezig in het lev­ende Nederlands.

Eén mogelijke con­clusie is dan, gezien bei­de betekenis­sen voor bei­de spellin­gen voorkomen, dat deze twee woor­den inmid­dels syn­on­iem zijn en onder­ling uitwissel­baar. Toch vind ik het wel chic om het onder­scheid aan te houden zoals hier­boven bij “Beteke­nis en gebruik” en in de voorbeelden.

Weetje

Er zijn meer woor­den waar­van dit soort duo’s bestaan. We keken als eens eerder door de Taalei­doscoop naar werk­loos en werkeloos. Een ander voor­beeld is: zout­loos (let­ter­lijk: zon­der zout) en zouteloos (figu­urlijk: zon­der pit of karakter).

Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties