Vandaag is het 21 maart – het begin van de lente. Hoewel… eigenlijk begon dit jaar de astronomische lente al op 20 maart, en wel om 5.30 uur in de ochtend, op het moment dat de aarde in haar baan om de zon precies tussen de kortste en de langste dag zat.
Maar zelfs dat klopt niet helemaal, én er zitten in dit taalverhaal ook nog een paar prachtige woorden verstopt. Hoog tijd dus voor wat tekst en uitleg!
Equinox
Je bent misschien het woord equinox al eens tegengekomen. Dat is van Latijnse origine en is zo samengesteld: equi (= gelijk) + nox (= nacht). Oftewel: de lengte van de nacht is gelijk aan de lengte van de dag.
Dit gebeurt twee keer in een jaar, in het voorjaar en in de herfst. In het Engels heten die respectievelijk de vernal equinox en de autumnal equinox. Ook het Nederlands heeft twee prachtige woorden voor deze astronomische gebeurtenissen: lentenachtevening en herfstnachtevening. In het woord “nachtevening” herken je dezelfde ingrediënten als in equinox, namelijk (ver)evening (=in evenwicht brengen/gelijk maken) en nacht.
Foutje bedankt
Waar dit verhaal spaak loopt is om te beginnen met het feit dat de equinox niet een dag is maar een moment. En, belangrijk: dat dit moment doorgaans niet valt in het etmaal waarin dag en nacht even lang duren!
Kortom: bij de nachtevening zijn dag en nacht niet even lang. Maar dat was toch de hele clou? Oké, let op.
Alles draait…
De aarde draait in een plat vlak om haar ster (met een chic woord: dit is de revolutie van onze planeet om de zon). Daarnaast draait de aarde ook om haar as, de denkbeeldige lijn tussen noordpool en zuidpool (weer chic: dit is de rotatie of aswenteling van onze planeet). Eén revolutie duurt een jaar; één rotatie duurt een dag.
Maar… de as van de aarde staat niet loodrecht op het vlak waarlangs onze planeet om de zon draait. Als het in Nederland winter is, staat de noordpool verder weg van de zon dan de zuidpool en staat de zon lager aan de hemel. En als het in Nederland zomer is, staat de noordpool juist dichter bij de zon dan de zuidpool en staat de zon hoger aan de hemel. De beide extremen – als de zon zijn laagste en hoogste punt bereikt – heten zonnewendes.
Daartussenin is er twee keer een ogenblik dat de aardas precies loodrecht op de zon staat. Noordpool en zuidpool zijn dan even ver van de zon.
En dat zijn de beide equinoxen, in de lente en de herfst. Dit kan op elk moment in een etmaal vallen, van de vroege namiddag tot het holst van de nacht.
Wat is een dag?
Je kon al eens eerder door de Taaleidoscoop kijken naar het verschil tussen zonnedagen en sterrendagen. Maar in dit verhaal speelt een ander probleem rond de definitie van het woord dag: hoe meten we wanneer een dag begint en eindigt?
Doorgaans zeggen we dat de dag begint als het bovenste stukje van de zon boven de horizon uit begint te komen, en dat hij eindigt als het laatste stukje zon onder de horizon verdwijnt. Zolang we zonlicht zien, is het dag.
Maar de beide nachteveningen worden berekend op basis van de stand van de aardas tegenover de héle zon, lees: het midden van de zon. Niet het bovenste reepje zon dat nog (of al) zichtbaar is.
Verder heeft het ook nog effect heeft op welke noorder- of zuiderbreedte je je bevindt: in de zomer worden de dagen steeds langer naarmate je dichter bij de pool bent, en in de winter precies andersom. Dus als de dag en nacht in Athene even lang zijn, is dat in Helsinki niet zo.
En om alles nóg ingewikkelder te maken, kromt de atmosfeer het zonlicht ook nog eens. Door dit “lenseffect” kun je de zon nog een beetje zien wanneer hij eigenlijk al onder de horizon staat.
Tel al deze factoren bij elkaar op en je krijgt een dag- en een nachtlengte die niet in de pas lopen met de astronomische equinox.
Equilux
Goed, als je als pietje-precies dan vaststelt dat het moment van de nachtevening niet valt in het etmaal waarin dag en nacht even lang zijn – dan denk je: er is vast ook een woord dat dat etmaal wél beschrijft. En dat is er ook: equilux.
Want equi (gelijk) + lux (licht) = evenveel licht als donker.
Als daar een oud-Hollandse evenknie voor had bestaan, zou dat misschien “lichtevening” zijn geweest. En dus: lentelichtevening en herfstlichtevening. Maar deze woorden bestaan niet, en dus stop ik ze meteen in onze Kweekvijver.
Heb je 3 minuten?
Wil je dit hele verhaal nog eens dunnetjes overdoen in een heel duidelijke, korte (Engelstalige) video? Alstublieft.
Geniet van de lente!
Een leuk en enerverend betoog, Harman! ‘K wist niet, dat jij je met de talige kanten van de atronomie bezig houdt. Heel leuk! Groeten,
Steven.
Dank je, Steven. Ja, alles heeft zijn talige kant, ook de sterrenkunde!