Vraag het maar aan de huisarts, of aan de diëtist: je doet er goed aan om elke dag groente te eten. Of wacht even, moet dat niet “groenten” zijn? Groenten, groente… het ene woord is meervoud, het andere enkelvoud – of is dat eigenlijk wel zo? De ene groente blijkt de andere niet te zijn (maar, heel verwarrend, ook weer wel), dus hoog tijd om op wat rauwkost te knabbelen en snel verder te lezen.
Waar hebben we het over?
Woorden duiden dingen in de wereld aan, en we groeperen die dingen graag samen in bundeltjes. Voor die bundeltjes hebben we dan weer andere woorden. Maar soms in het onderscheid tussen de bundel en zijn bestanddelen niet direct duidelijk.
Betekenis en gebruik
- Groente is een categorienaam, een verzamelnaam voor plantaardig voedsel dat (heel kort door de bocht) geen vrucht of graan is. In deze betekenis is groente een ontelbaar woord: het heeft geen meervoud, net zoals bijvoorbeeld zuivel geen meervoud kent.
- Maar groente is ook een telbaar woord waarmee je één specifieke soort plantaardig-voedsel-dat-geen-vrucht-of-graan-is kunt aanduiden. Zo is venkel een groente, of andijvie.
- Groenten is het meervoud van groente in die laatste betekenis. Oftewel: venkel en andijvie zijn groenten. In deze meervoudsvorm kun je ook het woord groentes tegenkomen, dat synoniem is aan groenten.
Voorbeelden
- Het is voor kinderen belangrijk om genoeg groente te eten. Voor volwassenen ook trouwens.
- Pastinaak is echt zo’n “vergeten groente”.
- De supermarkt heeft bijna geen groenten meer op voorraad.
- Ik houd van gerechten met veel groentes erin.
Voor de goede orde: in de laatste twee voorbeelden kun je groenten en groentes dus vrijelijk met elkaar verwisselen. Ze betekenen precies hetzelfde.
Even opletten
Het is bijna een logisch kronkeltje, maar wat deze taalvraag verrassend makkelijk maakt is dit: de categorie “groente” bestaat per definitie uit groenten – of, zo u wilt, groentes.
En omdat je de categorie alleen zult benoemen als je het hebt over twee of meer groenten, kun je in dat geval zowat altijd ook het meervoudswoord groenten gebruiken. Immers, als je het over groente hebt, spreek je ook over groenten.
Alléén als je echt één specifieke soort groente wilt aanduiden, ontkom je niet aan groente (enkelvoud). Denk aan die pastinaak. In bijna alle andere gevallen, zoals in de eerste voorbeeldzin hierboven, kun je in plaats van groente ook groenten of groentes zeggen.
Oftewel, in taaltermen gegoten: groente (betekenis 1) is het hyperoniem van groente (betekenis 2).
Weetje
Er is een mooie analogie met een ander woord, en laat dat nou net fruit zijn. Ook dat is een ontelbaar categoriewoord. Maar hier is het onderscheid met het verwante telbare woord wel direct duidelijk: vrucht of vruchten.
Kijk nog eens naar de drie bullets bij de betekenissen hierboven. Ik zet ze in telegramstijl nog eens op een rij, met de vergelijkbare term (fruit-vrucht-vruchten) erbij:
- groente (categorienaam, geen meervoud) → fruit
- groente (een specifieke soort groente, wel meervoud) → vrucht
- groenten of groentes (dat meervoud) → vruchten
Et voilà, makkelijker kunnen we het niet maken. Aan tafel!
Met plezier deze taaltip weer gelezen/ Bedankt. Ik stond bijna groente/groentes/groenten schoon te maken.
Goed om te horen, Paule. Dat is pas groentetiming!