Er is een goede kans dat je als kleuter wel eens op de vloer hebt zitten fröbelen met een blokkendoos. Wat je toen niet wist, is dat de man die verantwoordelijk is voor die blokkendoos óók de man is aan wie we het woord fröbelen te danken hebben. En ook nog een Engels woord dat je geheid kent, al was het maar van de filmklassieker Kindergarten Cop.
Musterschule
De man waar we het over hebben werd geboren op 21 april 1782 in het Duitse dorp Oberweissbach. Hij had zijn leven lang een fascinatie voor de natuur en voor educatie. Hij begon zijn onderwijscarrière als leraar op een Musterschule, een middelbare school, maar werkte ook als privéleraar bij een adellijk gezin en als docent op een kostschool. Later in zijn loopbaan richtte hij meerdere onderwijsinstituten op, die zich richtten op de vernieuwing van het onderwijs in Duitsland en Zwitserland.
De naam van deze goede man was: Friedrich Fröbel.
Als doorgewinterde alfabeet zie je natuurlijk meteen een verband met het Nederlandse werkwoord fröbelen – houd die gedachte nog even in je achterzak; we komen er straks op terug.
Kindergarten
Vanaf 1837 ging Fröbels aandacht vooral naar de educatieve zorg voor kleinere kinderen. In dat jaar richtte hij een Pflege‑, Spiel- und Beschäftigungsanstalt (“zorg‑, speel- een werkinstelling”) op in Bad Blankenburg. In 1840 gaf hij het instituut een nieuwe naam die uiteindelijk de wereld over zou gaan: Kindergarten (“kindertuin”). Vanaf 1842 leidde hij daar ook vrouwen op die zijn gedachtegoed verder moesten verspreiden, de zogenaamde Kindergärtnerinnen.
Het woord Kindergarten werd al snel opgenomen in de Engelse taal, vooral in de Verenigde Staten. Margaretha Schurz, een Duitse emigree, richtte in 1856 de eerste Amerikaanse kindergarten op, in de stad Watertown. Het onderwijs was hier nog Duitstalig, maar al snel volgde in 1860 de eerste kindergarten met lessen in het Engels, opgericht door de onderwijzeres Elizabeth Peabody.
Blokkendoos
Het grote inzicht van Friedrich Fröbel was dat leren voor kinderen meer is dan alleen het stampen van feitelijke informatie. Hij zag in dat leren een activiteit is waar kinderen actief aan kunnen en willen deelnemen. Zijn idee was dan ook dat leren speels moet zijn, en gericht op de belevingswereld van de kinderen zelf.
Hij ontwikkelde daarvoor het idee van de Fröbelgaben (“Fröbel-cadeaus”). Dit was een serie van zes opeenvolgende “geschenkdozen” die de school gaf aan kinderen, passend bij hun ontwikkeling tot vijf jaar oud. In elke doos zaten objecten die het spelend leren bevorderden. Denk aan geometrische vormen zoals een houten kubus, cilinder of bol, die later konden helpen bij het begrip van wiskundige concepten.
Je voelt het al: hiermee was het idee van de (educatieve) blokkendoos geboren. Spring even vooruit in de tijd naar anno nu, en je vindt een versie van Fröbels geniale idee in zowat elke speelgoedwinkel.
Ik herinner me van mijn eigen tijd op een Amerikaanse kindergarten in de jaren 1970 nog goed de gekleurde houten staafjes die voor de cijfers 1–10 stonden. Die waren precies afgemeten zodat de “negen” drie keer zo lang was als de “drie”, en de “vijf” twee keer zo lang als de “tien”, etc. Het is een heel toegankelijke, op Fröbels werk geïnspireerde manier om abstracte rekenkundige vaardigheden speels aanschouwelijk te maken.
Fröbelen
Wat je nog van me tegoed hebt, is het Nederlandse eponieme werkwoord fröbelen.
Toen de onderwijsvisie van Fröbel gaandeweg internationaal populair werd, begon ook de Nederlandse taal daar sporen van te vertonen. Als leenvertaling voor Kindergarten kwam aanvankelijk kindertuin ten tonele, dat later overklast is door kleuterschool. Maar er ontstonden vooral ook samenstellingen met Fröbel- of fröbel-, zoals de in de jaren 1920 populaire fröbelschool. Daarvan werd al snel het nieuwe werkwoord fröbelen afgeleid.
De definitie van fröbelen in woordenboeken is gaandeweg geëvolueerd van een meer educatieve insteek naar de informelere betekenis die we nu kennen. Kijk maar:
- 1898 in Van Dale:
“jonge kinderen op een aangename, ontwikkelende wijze spelende bezighouden” - 1912 in Kramers:
“handenarbeid verrichten (matjesvlechten enz.) van kleine kinderen” - 1984 in Van Dale:
“zich met onnozelheden bezighouden”
Inmiddels is fröbelen voor veel taalgebruikers min of meer synoniem met knutselen of rommelen. Maar kinderen kunnen natuurlijk nog steeds ook op school fröbelen, zelfs met een blokkendoos.