Wie een rondje door de supermarkt loopt, kan zich vergapen aan schappen vol met de meest uiteenlopende producten. Al die producten hebben kenmerken: ze hebben een prijs, een gewicht, een verpakking, een houdbaarheidsdatum, een doel, een land van herkomst.
Maar ze hebben ook een naam, en dat is misschien wel het allerbelangrijkste.
Stel je voor dat iemand de Albert Heijn binnenloopt en tegen een van de medewerkers zegt: “Kun je me even helpen? Ik ben op zoek naar de vruchten van een boom van de soort Coffea, maar dan lekker gebrand en gemalen, met precies zus en zo’n smaak en een verpakking in die en die kleur.”
Dat schiet natuurlijk niet op, zo staat hij er morgen nog. Gelukkig kan hij ook zeggen: “Waar vind ik de Perla Mild?”
Hint, hint
Nu is Perla een naam die weinig zegt over de aard van het product – het had net zo goed een bijouteriemerk kunnen zijn – maar veel producten hebben namen waarvan de betekenis wel degelijk iets prijsgeeft over het product. Immers, DubbelDrank kun je drinken, op Knabbelnoten moet je knabbelen en Glassex gebruik je om glas schoon te maken.
Het Engels is de wereldtaal bij uitstek en veel producten krijgen daarom Engelse namen. Ook daar zie je dat de naam vaak een relevante betekenis heeft. Brinta Wake Up eet je, pardon, drink je als je net wakker bent geworden; de mueslireep die Crunchy heet is inderdaad krokant, en de aloude Sandwich Spread is, hoe kan het ook anders, een spread voor op de sandwich.
Doordenkertjes
Maar er is meer te vinden dan je misschien zou denken. Er zijn veel producten met merknamen die in het Engels iets betekenen, maar waarvan de betekenis niet altijd even opvallend is.
Wie staat er ooit bij stil dat de naam van het wasmiddel Dash in het Engels zowel “kleine hoeveelheid” (What this recipe needs is a dash of oregano) als “snel bewegen” (When the baby knocked over the vase, Susan dashed forward to catch it) betekent? De dubbele associatie van dash is bij dit product heel mooi: je bent snel klaar en je hebt er maar weinig van nodig.
Veel mensen hebben een kat en veel van die katten eten Whiskas. Maar hoeveel van die baasjes weten dat die naam een speelse herschrijving is van whiskers, het Engelse woord voor “snorharen”? Er is een snoepreep die als naam het Engelse woord voor “premie” of “bonus” draagt: Bounty. De reclamefilmpjes voor dat merk, die steevast een ongerept tropisch zandstrand met palmbomen toonden, hebben zelfs een woord aan de taal toegevoegd: bountyeiland.
En luiers kunnen er ook wat van: to pamper is verwennen, dus Pampers zijn “verwenners”; en to hug is omarmen of knuffelen, dus Huggies zijn “knuffeltjes”.
En het klassieke merk Vim (schuurpoeder) betekent in het Engels “pit”, “energie”. Vim is later door moederbedrijf Unilever omgedoopt tot Jif. En de naam Jif is weer gevormd van het Engelse jiff: “momentje”, “korte tijd”. Jif is vervolgens weer omgedoopt tot Cif, een merknaam die nog steeds bestaat. Toch wordt er nog steeds schuurmiddel onder de naam Vim verkocht, zij het door een nieuwe eigenaar.
Paardje
Soms ligt de herkomst van een merknaam echter niet zo voor de hand. Je zou bijvoorbeeld denken dat de naam Snickers (snoepreep) is afgeleid van het werkwoord to snicker, dat “giechelen” betekent. Maar dat is niet zo.
Snickers wordt al sinds 1930 geproduceerd door Mars, Inc., een bedrijf dat is opgericht voor de Amerikaanse familie Mars (inderdaad, van de Mars-reep!). En het favoriete paard van die familie heette, ja ja, Snickers.