Het is wonderlijk hoe de mens zich ontwikkelt in de loop van het leven. Ik weet nog hoe ik als tiener precies wist wie er in de Top 40 op nummer één stond. En dat ik vurig hoopte dat de nummer twee volgende week aan de top zou staan.
Dat soort overdenkingen waren geen ijdele spielerei, het was belangrijk. Ik vond het belachelijk dat “oude mensen” van dertig of zo geen idee hadden wie de hoogste stijger was deze week. En ik zwoer dat ik anders zou zijn: als ik groot was, bleef ik wél op de hoogte van de hitlijsten.
Welnu, ik ben 42 en ik weet al jaaaren niet meer wie er op één staat. En helaas, toegegeven, ik vind dat ook niet meer belangrijk. Kennelijk zijn er dus strata in je leven (in dit geval: je tienertijd) waar je doorheen beweegt en waar je je mee verbonden voelt, maar die je ook weer ongemerkt verlaat. Maar het stratum zelf blijft bestaan, ook als jij er geen deel meer van uitmaakt.
Vorige week stond ik al even stil bij de taal die kinderen bezigen in hun spel. Het is een taal waar je als volwassene soms niets van snapt. Maar ooit heb ook jij, Brutus, die taal gesproken – of in ieder geval: de versie van die taal die in jouw kindertijd courant was.
Eigenlijk is dit alles een aanloopje voor een mijmering over het woord eindbaas.
Als je geen klein kind of kleinkind hebt of bent, heb je waarschijnlijk geen idee wat een “eindbaas” is. Eindverantwoordelijke, ja, dat wel. Maar eindbaas?
Aan de andere kant: als je helemaal thuis bent in de wereld van Wii, DS, PlayStation of Xbox – en in het stratum van je kindertijd anno 2010 ben je dat – dan heb je al zoveel eindbazen gezien dat je er niet meer wakker van ligt.
Een eindbaas is namelijk de extra sterke tegenstander die je aan het eind van een level in een computerspel tegenkomt en die je moet verslaan voordat je verder mag. Elk kind op het schoolplein weet dat.

Maar hoe weten ze dat? Volgens mij staat het woord “eindbaas” in geen enkele handleiding bij zo’n spel (als er al een handleiding is, en als de spelers die überhaupt al ooit lezen). Eindbaas is zo’n woord dat in leven blijft in de kindertaal. Het staat nog niet in Van Dale – maar wel, en met een fors artikel, op Wikipedia. In het Engels heet een eindbaas een (final) boss. Een gevecht met zo’n tegenstander is een boss battle.
Misschien is deze term wel verzonnen door de (vaak nog jonge) gamedesigners die deze spelletjes maken, en daarna doorgedruppeld naar het kindervocabulaire. Maar dan weten die designers vast ook nog wel wie er nu op één staat…
Hi,
Zelfs in “oude” games, dus nog van onze generatie , zoals Doom, had je al een boss. Het level heette vaak ook boss1, boss2, etc.
Echter, de term eindbaas gaat volgens mij veel verder terug: het was de benaming voor (extreem) lelijke vrouwen, die vaak als laatste in de kroeg overbleven, omdat zelfs de meest aangeschoten mannen niet geinteresseerd waren.
Met vriendelijke groet,
Menno
Dat is een leuk detail, dat het woord “boss” zelfs in de naam van het level zat! Dat wist ik niet.
De betekenis van lelijke vrouw is mij helemaal onbekend, en die kan ik ook niet online of in woordenboeken terugvinden. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het woord niet zo gebruikt wordt of werd. Toch lijkt het me een beetje vreemd om zo’n vrouw een “baas” te noemen, tenzij dat duidelijk sarcastisch bedoeld is…
Ik heb ook even gezocht en kan ook niets vinden. Toch is het hier in Amsterdam en omstreken een vrij gebruikelijke uitdrukking. Sterker nog: iemand die regelmatig met een “eindbaas” naar huis gaat, wordt een “wrakduiker” genoemd.
Ik denk dat zowel eindbaas als wrakduiker inderdaad een vrij negatieve connotatie hebben.
Ook in Delft en Leiden een gebezigde uitdrukking door studenten.
Ik meen me te herinneren dat in de vroege jaren 90 mijn jonge kinderen het woord eindbaas gebruikten voor wat in super mario end base genoemd werd. Waarbij idd een gevecht moest worden geleverd met een ‘eindbaas’, zodat hun vernederlandsing van de engelse term heel logisch leek. Verrassend dat dit woord zo ingeburgerd is.
Het zou best kunnen dat in die vroege jaren het Mario spel een “end base” had, een bestemming om te bereiken. Maar misschien was de term toen ook al boss; onze herinneringen zijn notoir onbetrouwbaar. De kans dat het Engelse base via de Nederlandse vertaal-verhaspeling baas is geworden en toen zijn weg weer teruggevonden heeft naar het Engels als boss, allemaal binnen het domein van videospellen, lijkt me vrij klein. Maar toch is dit een mooi voorbeeld van hoe taal altijd volop in beweging is – binnen individuele talen en ook tussen talen onderling.