Er is een aantal taalvragen die altijd maar terug blijven komen. Of wacht even… Moet dat niet zijn: Er zijn een aantal taalvragen die altijd maar terug blijven komen? Maakt het echt iets uit welke vorm je kiest? We zoeken het uit!
Waar hebben we het over?
De taal verandert voortdurend, en “regels” die ooit uit steen gehouwen waren, kunnen met de tijd versoepelen en veranderen.
Betekenis en gebruik
Er was een tijd dat strenge taalpuristen je berispend toespraken als je de euvele moed had om “een aantal” te combineren met een werkwoord in het meervoud. Niets daarvan, zeiden ze. Het woord aantal is enkelvoud, en daarom moet de persoonsvorm ook in het enkelvoud. Altijd.
Inmiddels voeren zulke muggenzifters een achterhoedegevecht, want in het levende Nederlands zijn beide vormen gezond en wel aanwezig en volop in gebruik. Je kunt zelf een subtiel verschil in gebruik aanwijzen:
- Een aantal is legt meer de nadruk op het geheel, het collectief. Het klinkt vaak ook wat netter en formeler.
- Een aantal zijn benadrukt juist de individuen waaruit de groep bestaat. Dit klinkt vaak wat losser en informeler.
Voorbeelden
Het is een kwestie van nuance en interpretatie, maar bij deze zinnen zou ik eerder voor het enkelvoud kiezen:
- Een aantal regels moet nog worden uitgewerkt.
- Door de storing kwam een aantal bestellingen niet op tijd aan.
Maar bij deze voorbeelden zou ik juist voor het meervoud gaan:
- Een aantal gasten van het restaurant waren onwel geworden.
- Na de film begonnen een aantal mensen spontaan te klappen.
Er is een speciaal geval waarbij deze taalschoen extra gaat wringen, en dat is als er na een aantal nog een verwijzing met die of dat plus een werkwoord volgt. Want wat doe je dan? Houd je daar óók dezelfde keuze voor meervoud of enkelvoud aan?
Kijk nog eens naar de eerste zin van dit artikel:
- Er is een aantal taalvragen die altijd maar terug blijven komen.
Eigenlijk is dat een rare zin, want hij verwijst naar “een aantal taalvragen” zowel in het enkelvoud (is) als in het meervoud (die en blijven). Wil je dat gelijktrekken, dan kun je gaan voor 100% meervoud of 100% enkelvoud, zoals hieronder.
- Er zijn een aantal taalvragen die altijd maar terug blijven komen.
- Er is een aantal taalvragen dat altijd maar terug blijft komen.
Die tweede zin zal voor menig lezer wat geforceerd aanvoelen: het is immers niet het aantal dat terug blijft komen, maar de taalvragen! In zulke gevallen zullen veel schrijvers dus eerder kiezen om voluit voor de meervoudsvorm te gaan.
Even opletten
Als er tussen een en aantal een bijvoeglijk naamwoord staat (“een groot aantal”, “een enorm aantal”), kun je ook voor beide vormen kiezen: enkelvoud en meervoud. Maar voor veel taalgebruikers zal hier de meervoudsvorm beter klinken. Kijk maar:
- Een flink aantal ouderen heeft geen idee wat ‘YOLO’ betekent.
- Er is maar een klein aantal kunstwerken door de brand beschadigd.
Wat zegt jouw taalgevoel: zou jij hier liever een meervoud geschreven hebben?
Weetje
Als je het woord aantal combineert met het lidwoord het in plaats van een, kies je altijd voor het enkelvoud:
- Het aantal zzp’ers groeit al jaren.
- Het grote aantal sollicitanten heeft ons overweldigd.