Ik ben geen taalfundamentalist. Het Engels is voor mij geen kwade genius die met zijn duivelse betoveringen ons polderzuivere Nederlands corrumpeert. Maar ik ben ook geen taalverkwanselaar. Daar waar er een behoorlijk, gangbaar, helder Nederlands woord is voor een bepaalde betekenis, gebruik ik dat liever dan een modieus leenwoord – uit welke taal dan ook.
De aanleiding voor deze overpeinzing was een moment in de supermarkt waarop ik niet wist welke kant op mijn taalkompas moest gaan. Ik stond met enige verbazing te staren naar het snoepschap. Afdeling A‑merken. Nieuw product.
DropTwist.

Ik moest het even laten bezinken. En toen dacht ik: ben ik nou de enige die bij die productnaam meteen denkt aan DropRuzie? Zo noem je je lekkerste snoepgoed toch niet? Een twist, dat is onenigheid, bonje, gekibbel. Een twist, vraag het maar aan onze zuiderburen, is iets wat je jaren kunt volhouden – over taal bijvoorbeeld.
Nee, onze vrienden van de smulfabriek bedoelen natuurlijk het Engelse twist, in de zin van een leuke, onverwachte draai aan iets. Drop with a twist, zogezegd. Een bezoekje aan de Venco-website leert dat deze drop inderdaad nogal be-twist is. Hij is er in maar liefst drie chique varianten: zoethoutdrop met steranijs, laurierdrop met zeezout, en honingdrop met laurier. Let op hoe twisty die smaaktoevoegingen zijn. Niet zomaar anijs, nee: steranijs. Niet zomaar zout, nee: zeezout. En niet zomaar een Ier, nee: Laurier.
Lekker is het vast, dat kunnen ze wel bij Venco, maar… DropTwist? Misschien hebben ze die naam wel gekozen omdat ze enorme mot hebben gehad over of het nu mentholdrop met Tahiti-vanille moest worden of salmiakdrop met dadelhoning. Nou ja, toch maar een keertje proberen…