Een van de kenmerken die ons mensen als diersoort typeert is dat we er onze hand niet voor omdraaien om onszelf met van alles en nog wat te complimenteren. Zo vinden we van onszelf dat we nogal intelligent zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een marmot. Ooit een marmot een sonnet van Shakespeare zien lezen? Juist.
(Hoewel… wanneer heb jij voor het laatst een sonnet van Shakespeare gelezen? Het is alleszins de moeite waard.)
Slim
Maar wat is intelligentie precies? De dikke Van Dale stuurt je op een kronkelige zoektocht. Intelligentie wordt omschreven als “verstandelijk vermogen”, maar daar schiet je niet veel mee op. Kijk je vervolgens bij verstand, dan wordt dat omschreven als het “vermogen om te denken”. Maar ja… Op dus naar denken. Dat is volgens Van Dale “het verstand gebruiken”, en daarmee ben je weer terug bij af.
Gelukkig geven ze wat nadere uitleg: “een reeks voorstellingen van de geest bewust op elkaar doen volgen om verschil, overeenkomst, oorzakelijk verband te vinden en begrippen en oordelen te vormen.” Een hele mondvol. Zelfs voor mensen met een bovengemiddelde intelligentie is dat een beetje te veel van het goede.
Dan maar naar The Concise Oxford Dictionary. Die definieert intelligence als “the ability to acquire and apply knowledge and skills”. Een prachtige omschrijving: beknopt, trefzeker en helder. In vertaling: intelligentie is het vermogen om zich kennis en vaardigheden eigen te maken en ze toe te passen.
IQ
Zo’n definitie is natuurlijk fraai, maar zegt niet veel over iemands persoonlijke kunnen. Kortom: hoe weet je hoe het gesteld is met jouw intelligentie? Daar hebben de heren en dames psychologen tests voor uitgevonden die een cijfertje opleveren dat IQ genoemd wordt: je “intelligentiequotiënt”.
Bovendien hebben de slimmerds ontdekt dat een mens uit meer bestaat dan alleen maar ratio, en daarom onderscheidt men ook wel de “emotionele intelligentie”, gemeten in een EQ. Wie het zekere voor het onzekere wil nemen, kan altijd terecht op het internet: daar wemelt het van de IQ- en EQ-tests.
CQ
Maar sta eerst even stil bij weer een andere maatstaf: je CQ. Ik speel een beetje vals, wat dit quotient heb ik zelf verzonnen. CQ staat voor “c.q.-quotiënt”.
Je CQ is het aantal keren per maand dat je de afkorting c.q. gebruikt. (Heel specifiek is het het aantal keren per maand dat je c.q. verkeerd gebruikt, maar omdat nagenoeg niemand het meer goed doet, komt dat op hetzelfde neer.) De uitkomst van het verhaal is, zoals je zult zien: hoe lager je CQ, hoe beter.
De afkorting c.q. staat voor het Latijnse casu quo, en dat betekent “in welk geval” of “in dit geval”. Een voorbeeld van het traditioneel correcte gebruik is dan ook:
- Het kan zijn dat de resultaten tegenvallen, c.q. we maatregelen moeten nemen.
En dat zegt dus niemand. Wat ze wel zeggen is bijvoorbeeld:
- Bij het avondmenu kunt kiezen uit vlees c.q. vegetarisch.
- De aanvraag zal behandeld worden door de afdelingschef c.q. zijn medewerkers.
Zie je wat hier gebeurt? C.q. wordt gebruikt door mensen die chic willen doen en eigenlijk gewoon “of”, “en” of “en/of” willen zeggen. Gebruik je verstand en schrijf in die gevallen gewoon “of”, “en” of “en/of”.
Waar het wringt
Daar waar je casu quo wél terecht zou kunnen gebruiken, kun je beter “in welk geval” of “in dit geval” zeggen. Maar zoals gezegd: verreweg de meeste taalgebruikers gebruiken c.q. simpelweg als synoniem voor (meestal) of.
Het probleem is niet zozeer dat dat strikt genomen incorrect is. Als een evoluerend taalgebruik maar lang genoeg voortduurt en door iedereen begrepen en toegepast wordt, dan wordt het de nieuwe norm. Waar het eerder wringt is dat de vervanging van of door c.q. overbodig is. Het klinkt nodeloos ouderwets en hoogdravend, zoals het vervangen van die door welke (denk aan “er zijn twee opties welke we u aan kunnen bieden”).
Kortom, c.q. is uitgerangeerd, en een CQ van nul is dan ook een perfecte score. Als je je IQ waard bent, gebruik je de afkorting c.q. dus vanaf nu nooit meer. Alleen nog even kijken of je EQ er wel afscheid van kan nemen…
Anders dat Onze Taal meent, betekent c.q. ook ‘in het gegeven geval’ zoals status quo. Het is dus juist te zeggen ‘De bewindsman, c.q. de staatssecretaris.’ Een preciesering derhalve.
Wat interessant! Ik ken dit gebruik van c.q. helemaal niet, Gerard. Een zin als de volgende zou op mij dan ook vreemd overkomen: “De aangewezen specialist, c.q. de cardioloog, zal u verder helpen”. Het gebruik van c.q. als precisering brengt wat mij betreft ook nog een risico op onduidelijkheid met zich mee. Zou zouden lezers, vermoed ik, in de zin hiervoor kunnen denken dat de cardioloog juist niet de aangewezen specialist was (als ze c.q. als “of” lazen). Het beste advies blijft voor mij om c.q. te vermijden en een andere formulering te kiezen, zowel om stilistische als duidelijkheidsredenen.