De Engelse woorden couch en sofa betekenen allebei “zitbank”. Maar is elke couch een sofa, en is elke sofa een couch? Of zijn er toch verschillen tussen de twee? We zoeken het voor je uit!
Waar hebben we het over?
Soms komen twee woorden los van elkaar een taal binnen, om uiteindelijk (bijna) hetzelfde te gaan betekenen.
Betekenis en gebruik
- Een couch is een langwerpig gestoffeerd zitmeubel, voor meerdere mensen.
- Een sofa is een langwerpig gestoffeerd zitmeubel met rug- en armleuningen, voor meerdere mensen.
Als je dat zo leest, lijkt het voornaamste verschil dat een sofa altijd rug- en armleuningen moet hebben, en een couch niet. Maar zo nauw luistert het niet. Deze definities heb ik overgenomen van de Oxford Dictionary, maar in de praktijk zijn deze twee woorden voor veel sprekers synoniem.
Toch zijn er wel kleine globale verschillen te zien, al zijn dat zeker geen ijzeren regels.
- Een couch hoeft, zoals je hebt gezien, niet per se leuningen te hebben aan de achter- en zijkanten. Een halfopen divan noem je dus eerder een soort couch dan een soort sofa.
- Couch geldt als de meer informele term, en sofa is wat netter. In een wachtkamer verwacht je dus eerder een sofa, en bij Netflix en een bak popcorn denk je eerder aan een couch.
- Een couch is meestal één meubel. Als je spreekt over een grotere, modulair samengestelde (hoek)bank, kies je dus eerder voor sofa. Dat gezegd hebbende… de populariteit van termen als corner couch en sectional couch geeft aan dat ook hier een groot grijs gebied is.
Daarnaast is er een verschil tussen Brits- en Amerikaans-Engels. Dit is een Ngram-grafiek van de gebruiksfrequentie van “on the couch” en “on the sofa” in het Brits-Engels.
En hier zie je de gebruiksfrequentie van dezelfde woordcombinaties in het Amerikaans-Engels.
Je ziet dat sofa lange tijd internationaal de meest gebruikte term was, maar dat couch sinds de jaren 1970 in de VS aan een opmars bezig is.
Voorbeelden
- We don’t let the dog sit on the living room couch.
- These new sofas give the reception area a more modern look.
Misschien laat de grote overlap in het gebruik van deze twee woorden zich wel het beste illustreren met de resultaten van een zoekopdracht op internet naar beeldmateriaal. Dit zag ik toen ik zocht naar “couch”.
En dit vond ik bij een image search naar “sofa”.
Zoals je ziet, zijn de verschillen minimaal. Deze woorden zijn in de praktijk min of meer synoniem.
Even opletten
Bij de term couch potato (bankhanger, tv-junkie) kies je altijd voor couch; je zult niet snel de combinatie “sofa potato” tegenkomen.
Ook de befaamde bank bij de psycholoog of psychiater heet bijna altijd een couch, en niet een sofa.
Naast couch en sofa kun je voor dit soort zitmeubels nog uiteenlopende andere woorden tegenkomen. Het gaat te ver om daar hier in detail naar te kijken, maar het gebruik hangt vaak af van de geografische regio en de leeftijd van de spreker. Voorbeelden van vergelijkbare woorden zijn: divan, davenport, settee en chesterfield.
Weetje
Het woord couch is het oudste van de twee. Het gaat terug op het Middelengels, waar het “slaapmeubel” betekende. Het was een leerwoord uit het Oudfrans, verwant aan het moderne woord coucher (liggen).
Sofa is jonger en stapte over van het Frans naar het Engels in de vroege 17e eeuw. Maar ook in het Frans was het al een leenwoord, op basis van het Arabische suffah (stenen of houten bank, zitbank).
Bonus-weetje:
Bij het onderzoek voor dit artikel viel me een interessante trend op. De verschillende taalsites neigen ernaar om aan te geven dat de verschillen tussen couch en sofa minimaal zijn.
Maar bij meubelsites is de neiging eerder om te zeggen: Nee, een “couch” en een “sofa”, dat zijn héél verschillende dingen! Dat kan liggen aan de nuances van deze termen in de wereld van interieurontwerpers, maar het kan er ook iets mee te maken hebben dat ze je dan makkelijker een extra product kunnen verkopen.