Je herinnert je van vorige week nog wel de narcis, en het verhaal van Narcissus. Ik verklapte toen al dat een van de meisjes die verliefd werden op de mooie Narcissus ook haar eigen verhaal heeft. Dat meisje was een bergnimf en haar naam is Echo.
Uit een eerdere Taaleidoscoop herinner je je misschien ook nog Zeus, de oppergod bij de Grieken. Die was netjes getrouwd met de godin Hera. Wat minder netjes was, was dat hij ook wel oog had voor al het vrouwelijk schoon dat er buiten de Olympus rondliep, in de vorm van vrouwen en nimfen. Kortom, onze vriend Zeus zag de wereld als zijn eigen Temptation Island avant la lettre. Hij was deelnemer, jury en spelleiding ineen – mooier kan niet, toch?
Nou ja, niet helemaal. Want als hoofdsponsor had Hera ook nog wel wat in de pap te brokkelen. Zij vermoedde wel dat haar mannetje op zijn uitstapjes naar de mensenwereld allerlei stoutigheid uithaalde, en probeerde hem dan ook op heterdaad te betrappen.
Zeus, op zijn beurt, had daar weer iets slims op verzonnen. De nimf Echo had een prachtige stem, en hij droeg haar op om Hera aan het lijntje te houden met allerlei gezellige babbeltjes. Een beetje als een productieassistent die de ster van de show afschermt van bemoeizieke zakenpartners. Dat gaf Zeus dan weer tijd om voor het volgende reclameblok nog met een nimfje of twee in bed te duiken.
Maar Hera was niet helemaal op haar achterhoofd gevallen, en had al snel door wat er aan de hand was. Om Echo te straffen pakte ze haar stem af, of liever: Echo kon voortaan geen gesprek meer beginnen, maar alleen herhalen wat iemand anders tegen haar zei.
Toen Echo een keer de mooie Narcissus zag en natuurlijk op slag stapelverliefd werd, kon ze dus niets zeggen. Ze volgde hem door het bos totdat hij haar voetstappen hoorde en zei, “Wie is daar?” Waarop Echo het enige deed wat ze kon: ze antwoordde, “Wie is daar?” Zo bleef Echo steeds Narcissus’ vragen herhalen, tot ze zich uiteindelijk toonde en aan zijn voeten wierp, woordeloos smekend om bij hem te mogen blijven.
Maar je weet al: Narcissus hield alleen van de jacht – en, nadat hij door Nemesis gestraft was, van zijn eigen spiegelbeeld. Hij duwde Echo ruw weg, haar alleen achterlatend met haar gebroken hart. Ontgoocheld en beschaamd trok de nimf zich terug in het dieptes van het bos, waar ze in afzondering leefde, schuilend in de duisternis van grotten en spelonken. Daar kwijnde ze in haar verdriet langzaam weg, tot uiteindelijk alleen haar stem overbleef.
En nu weet je dus dat als je in een grot staat en luid spreekt, het niet jouw stem is die je terughoort, maar die van de door smart verscheurde Echo.