Als je de titel van deze TaalTip leest, denk je misschien: Harman, wat maak je me nou? Drie puntjes versus drie puntjes – wat maakt dat nou uit? Maar zoals zo vaak bij taalvragen… er gloort meer onder het oppervlak dan je misschien in eerste instantie zou denken.
Waar hebben we het over?
Niet alleen woorden kunnen op elkaar kijken en zo voor verwarring zorgen. Ook bij leestekens moet je soms extra goed opletten om de verschillen te zien.
Betekenis en gebruik
- Een beletselteken is een leesteken dat eruitziet als drie kleine punten op een rij (…).
- Drie losse punten achter elkaar (…) worden soms gebruikt in plaats van een beletselteken.
Veel mensen noemen het beletselteken “puntje-puntje-puntje”. Een andere term die je kunt tegenkomen is gedachtepuntjes.
Als het teken … wordt gebruikt om aan te geven dat een deel van de tekst is weggevallen, kun je het ook een weglatingsteken noemen. Maar let op! Er is nóg een leesteken dat als weglatingsteken dienst doet: de apostrof.
Er zijn verschillende manieren om een beletselteken in de lopende tekst op te nemen, maar de meest gebruikelijke zijn: met een spatie ervoor én erna, of alleen met spatie erna. (Hier bij Taaleidoscoop is die laatste vorm de huisstijl.)
Voorbeelden
Je gebruikt een beletselteken op verschillende manieren.
Eén functie is het invoegen van een vertraging bij het lezen, vergelijkbaar met een pauze bij het spreken. Dit kan zijn om een kleine spanningsboog te maken die een saillant deel van de tekst meer nadruk geeft, maar ook om aarzelingen bij de spreker aan te geven:
- In de donkere kamer zag ze een schimmige figuur op haar af komen. Langzaam werden zijn gelaatstrekken verlicht door de invallende maneschijn. Het was… de zoon van Pjotr!
- Ik weet het niet… ik bedoel… hoe moet ik nu verdergaan? Het kan toch niet… het kán gewoon niet… dat ze niet meer van me houdt.
Een ander gebruik is meer formeel: aangeven dat een deel van een citaat opzettelijk is weggelaten; het beletselteken (of weglatingsteken) staat dan tussen twee haakjes:
- In ‘De Aanslag’ schrijft Harry Mulisch: “Iemand die van iemand anders houdt, zegt altijd dat dat komt doordat die ander zo mooi is (…). Maar wie altijd mooi is, is degene die liefheeft (…).”
Je kunt ten slotte een beletselteken ook aan het eind van een zin zetten (in plaats van een punt), om aan te geven dat de gedachtegang doorgaat, ook al volgt er geen tekst meer. In dat geval zet je géén extra punt achter het beletselteken; maar je kunt de zin nog wel afsluiten met een uitroepteken of vraagteken:
- Het was een project met veel vallen en opstaan. En nu paar hopen op een goede afloop…
- Heb je ooit zoiets mafs gehoord…?
- Marco was wéér niet bij de vergadering. Volgens mij zit die hier alleen maar uit zijn neus te eten…!
Even opletten
Op het eerste gezicht zou je zeggen dat er niet veel verschil is tussen een beletselteken en drie punten achter elkaar. Maar daarmee heb je meteen al aangegeven wat dat verschil dan is: een beletselteken is één enkel leesteken (net zoals een puntkomma, een uitroepteken en een haakje sluiten) en een puntje-puntje-puntje is drie leestekens achter elkaar, net zoals ;;; of &&&.
Probeer het maar uit, gewoon hier in je browser. Je kunt bij deze puntjes (…) elke punt afzonderlijk selecteren en kopiëren. Maar bij deze puntjes (…) lukt dat niet: het is alles of niets, omdat dit één karakter is.
Het beletselteken verschilt van een opzettelijke herhaling van een leesteken, zoals bij ??? of !!!. Daarmee geef je op een stripverhaalachtige manier een extreme mate van nadruk of verbazing aan. Een “???” betekent dan ook iets anders dan een simpele “?”. Bij het beletselteken is dat niet zo: een puntje-puntje-puntje is niet drie keer zo “puntig” als een enkele punt. Vandaar dat het ook zijn eigen leesteken en karakter is, en niet drie losse punten hoort te zijn.
Voor de meeste lezers maakt het niets uit welke vorm je kiest. Maar een puntje-puntje-puntje hoort eigenlijk een echt beletselteken te zijn.
Weetje
In Microsoft Word en veel andere tekstverwerkers is er een functie waarmee je, als je drie punten achter elkaar intikt, deze volautomatisch kunt laten omtoveren in een echt weglatingsteken. Meteen instellen dus, want dat is wel zo chic!
Ook op de meeste smartphones kun je op het toetsenbord een beletselteken tikken in plaats van puntje-puntje-puntje. Op een iPhone bijvoorbeeld doe je dat door de punt op het toetsenbord iets langer ingedrukt te houden – er verschijnt dan een mini-menuutje waarin je de … kunt kiezen.
Ik doe dit altijd zo:
– “(geen spatie)…(wel een spatie)”: beletselteken;
– “(wel een spatie)…(wel een spatie)”: weglatingsteken, maar meestal wordt dit “(wel een spatie)(…)(wel een spatie)” (zonder die haakjes doe ik noodgedwongen, bijvoorbeeld als ik in bijschriften moet woekeren met de beschikbare ruimte);
– “(wel een spatie)…”: aan het einde van een stukje tekst, in plaats van, meestal, een punt: er is nog een vervolg op deze tekst, dus erbij horend, bijvoorbeeld in een volgend bijschrift; de vervolgtekst begint dan met …(wel een spatie).
Dank voor je feedback, Jack. Er zijn inderdaad meerdere manieren om dit teken te gebruiken. Het belangrijkste is om het bewust te doen en in de tekst consequent te blijven.