De ene dag is de andere niet

Wat betekent het woord dag? Het antwo­ord lijkt voor de hand te liggen: dag is het tegen­overgestelde van nacht. Als het dag is, is het buiten licht; en als het buiten donker is, dan is het geen dag. Maar ja, daarmee ben je er nog niet.

Middernachtszon: is het dag of nacht...?
Mid­der­nacht­szon: is het dag of nacht…?

Want er zijn plaat­sen op deze aarde, als je maar dicht genoeg bij de polen komt, waar het soms héél lang niet donker wordt – maar is zo’n lange pooldag werke­lijk één dag? Je moet toch ooit gaan slapen.

Een ander antwo­ord is dan om te zeggen dat een dag een etmaal is, een peri­ode van 24 uur. Tel 365,25 van die dagen bij elka­ar op en je hebt een jaar (afrond­ingsver­schillen daarge­lat­en). Tel vier van die extra kwart-dagen bij elka­ar op en je hebt elke vier jaar een schrikkeldag. Hoe dan ook, of het nu licht of donker is: een dag is een dag is een dag van 24 uur.

Verder lezen De ene dag is de andere niet

Zebra

Je komt niet voor je lol in een zieken­huis, maar ook daar kom je de meest inter­es­sante taal­cu­riosa tegen. Een tijd­je gele­den hoorde ik op de inten­sive care een bezorgd fam­i­lielid zijn zorg uiten over wat er mis zou kun­nen zijn met de patiënt – waarop de arts stel­lig beweerde, “Aha, ik voel een zebra aankomen!”

Nor­maal zou ik hier niets van ges­napt hebben, maar toe­val­lig had ik een paar weken eerder dit taaljuweelt­je ont­dekt. Onder art­sen (zek­er in de Verenigde Stat­en) is zebra een gang­bare term voor een zeer zeldzame, maar meestal onterechte diagnose.

Een deer­stalk­er

Hoe, vraag je je nu af, komt een Afrikaans een­ho­e­vig savannedi­er terecht in het vocab­u­laire van onze heelmeesters? Dat is inder­daad nogal een raad­sel, en het zal je miss­chien niet hele­maal ver­bazen dat we nu te rade moeten gaan bij Sher­lock Holmes. Niet dat hij het antwo­ord weet, nee, hij is het antwoord!

Verder lezen Zebra

Trappengeest

Ken je dat? Je bent in een gesprek, iemand zegt iets heel stel­ligs, en pas uren lat­er of de dag erna bedenk je ineens: oh nee, ik had dát moeten antwo­or­den! Te laat… Geloof het of niet, daar is een term voor.

Ik kwam hem tegen op de aan­beve­lenswaardi­ge pod­cast van George Hrab. Daar woed­de enkele weken gele­den een feuil­leton­zoek­tocht naar de oor­sprong van deze prachtige uit­drukking: l’esprit de l’escalier (de geest van de trap).

Denis Diderot

Bij mijn weten kent hij geen Ned­er­landse evenknie, maar het Duits heeft wel het woord Trep­pen­witz, dat grofweg het­zelfde betekent. De oor­sprong van l’esprit de l’escalier is terug te voeren op de Franse schri­jver en filosoof Denis Diderot (1713−1784). Die schreef tussen 1773 en 1777 een boek­je over zijn filosofie van het the­ater, met als titel Para­doxe sur le comé­di­en. Het boek is een dialoog waarin de Eerste Sprek­er de mening van Diderot ver­wo­ordt en de Tweede Sprek­er de lez­er of de oningewi­jde vertegenwoordigt.

Verder lezen Trap­pengeest

Digitale stofwisseling

Het is alweer een tijd­je gele­den dat ik in deze pod­cast een fascinerend gesprek hoorde over het inter­net. Ik ben geen tech­neut en ik kan het niet alle­maal navertellen, maar het ging over de aard van infor­ma­tienetwerken en hoe robu­ust die wel of niet zijn, en waarom.

Een van de sprek­ers floepte er in dat gesprek ter­loops een zin­net­je uit dat ik meteen heb opgeschreven en dat sinds­di­en op een Post-It aan mijn mon­i­tor hangt, als herin­ner­ing om er nog even op door te filosoferen.

The Inter­net has no metab­o­lism because there is no fric­tion in the system.

Het hele idee dat een dig­i­taal sys­teem een metab­o­lisme zou kun­nen hebben was nog nooit in me opgekomen, dus dit zette me meteen aan het denken. Over de ver­takkin­gen van deze notie in IT-ter­men laat ik me niet uit, daar ben ik veel te veel alfa voor. Maar toch riep deze stelling aller­lei vra­gen op. Wat is een metab­o­lisme eigen­lijk? Heb je daar inder­daad fric­tie voor nodig? Wat betekent de afwezigheid van fric­tie voor zo’n systeem?

Frankenstein
“It’s alive! It’s alive!”

Een duik in Wikipedia leerde me dat een metab­o­lisme een serie chemis­che reac­ties is in een organ­isme, waarmee het lev­en van dat organ­isme in stand gehouden wordt. Maar hoe dan? Het Ned­er­landse syn­on­iem stofwis­sel­ing geeft dat heel beeldend weer: er wordt iets met stof­fen gewisseld.

Verder lezen Dig­i­tale stofwisseling

Valentijn en Casanova

Het is van­daag Valen­ti­jns­dag. Een fijne, door en door seculiere feestdag waarop gelief­den, beminden, ver­lief­den en ander­szins door Cupi­do bevan­gen mensen hun (heimelijke) liefde kun­nen betu­igen. Van­daag zijn rode rozen dan ook twee keer zo duur als op 13 of 15 februari.

Valen­ti­jnsstress

Maar hoe aards en com­mer­cieel het hele Valen­ti­jn­scir­cus ook is gewor­den, het bli­jft van oor­sprong toch Sint-Valen­ti­jns­dag, een chris­telijke heili­gendag. De vraag naar welke heilige deze dag dan ver­noemd is, is lastiger te beant­wo­or­den dan je zou denken. Er was niet één Sint-Valen­ti­jn, het waren er meer dan tien!

Verder lezen Valen­ti­jn en Casanova

Heterowattes?

In de vorige Taalei­doscoop zag je de beladen ter­men geno­cide en allochtoon langskomen. Je hebt nog van me tegoed het ver­haal van waar deze woor­den van­daan komen.

Om met het eerste te begin­nen: geno­cide is zoals zoveel woor­den een nieuwe com­bi­natie van een paar ter­men uit de klassieke oud­heid. In dit geval zijn dat het Griekse woord genos (ras, ges­lacht) en het Lati­jnse achter­voegsel -cide (doder), dat op zijn beurt weer afgeleid is van het werk­wo­ord caedere, dat doden betekent. Datzelfde suf­fix vind je ook in woor­den als pes­ti­cide (plaag+doder) en suï­cide (zelf+doding).

De geboorte van geno­cide is heel pre­cies vast te stellen: het was in 1943. De vad­er van het woord is ook bek­end, dat was de Pools-Joodse jurist Raphael Lemkin (1900−1959). Hij zocht een term die de sys­tem­a­tis­che moord op bepaalde etnis­che groepen zou kun­nen beschri­jven. De Holo­caust was toen in volle gang, maar het his­torische voor­beeld dat hem in eerste instantie op het idee bracht, was de Armeense geno­cide van vlak na de Eerste Werel­door­log. Dezelfde volk­eren­mo­ord, dus, die nu juist aan­lei­d­ing is voor het gesteggel over het woord geno­cide. Je zou het his­torische ironie kun­nen noemen.

Verder lezen Het­erowattes?